
H. Paus Johannes Paulus II - 21 mei 1982
Meneer de kardinaal, zeergeliefde broeders en zusters,
Het is een bijzondere vreugde voor me vandaag in uw midden te zijn De Paus bezocht rond 12.45 uur het congres dat in de audiëntie-aula Paolo VI in het Vaticaan werd gehouden en waarbij ook de ere-voorzitter kard. Giovanni Colombo, oud-aartsbisschop van Milaan, aanwezig was (red.)., gepensioneerden en bejaarden, uit zovele Italiaanse bisdommen, die in Rome een belangrijk congres hebben willen houden om uw idealen opnieuw te bekrachtigen bij het graf van de prins der apostelen en om de bemoediging en zegen van de Paus te ontvangen.
Ik begroet allereerst kard. Giovanni Colombo, ere-voorzitter van de interdiocesane unie van uw bewegingen, met wie ik door gevoelens van hoogachting en genegenheid ben verbonden, temeer daar hij de ervaring van zijn langdurige pastorale bediening in uw dienst heeft gesteld.
Vervolgens richt ik mijn groet tot ieder van u: ze wil een uitnodiging zijn tot de vreugde welke - zoals de liturgie van vandaag aangeeft - voortkomt uit de zekerheid, dat de Heer Jezus 'ons voor God heeft gekocht uit welk land, van welk volk of ras we ook zijn' (Openb. 5, 9), waardoor ieder innerlijk overtuigd moet zijn van de onuitputtelijke liefde van God, die ons altijd vergezelt langs de verschillende stadia van onze levensweg. Op deze grondslag is het christelijk optimisme gebaseerd, dat ons in staat stelt om ieder ogenblik waakzaam, werkzaam en deelnemend te zijn, met het gevolg dat we ons ook nuttig en gewaardeerd voelen.
U weet, dat er geen 'leeftijd van rust' bestaat om de wil van God te volbrengen, hetgeen heiligen van ons maakt. Alle stadia van de aardse loopbaan hebben dus eigenlijk hun manier om aan de liefde van Christus te beantwoorden en er getuigenis van af te leggen.
En wanneer op menselijk vlak de laatste fase van het leven niet altijd een verwezenlijking is overeenkomstig de idealen van de jeugdtijd, moeten wij nog erkennen, dat 'alles genade is'. Het wezenlijke is dan volgens de aansporing van de heilige Paulus 'in ons lichaam aan te vullen wat nog ontbreekt aan de verdrukkingen van de Christus, ten bate van zijn lichaam, dat is de kerk' (Kol. 1, 24).
Een dergelijke zekere geestelijke gerichtheid stelt in staat ook vanuit menselijk gezichtspunt kostbare vruchten te verwerven. Er is in de mens een dimensie, die de belangrijkste is en bestaat uit culturele en geestelijke waarden, waarvan de prijs niet met economische maatstaven kan worden berekend, en juist datgene is wat mensen wezenlijk mensen maakt. De grootheid van een beschaving wordt gemeten aan de aandacht welke ze schenkt aan deze idealen en deze rijkdommen, en bijgevolg aan de waarborgen welke ze aan bejaarden weet te geven om altijd meer hun eigen, ook actieve plaats te kunnen innemen als leden van een gemeenschap.
Met wat ik tot hiertoe heb gezegd, is reeds de eerste doelstelling van uw bewegingen aangegeven, welke vooral bestaat in het aandacht schenken aan de mens en aan zijn waardigheid als schepsel en beeld van God, verlost door Christus en bezield door de adem van de Heilige Geest.
Ik zou nu een woord willen zeggen over de tweede belangrijke doelstelling: uw plaats in het geheel van het gezin.
De aanwezigheid van bejaarden in hun eigen gezin blijkt ook vandaag van groot belang om deze fundamentele cel van de kerk en de burgersamenleving levend en werkzaam te maken. leder stadium van het menselijk bestaan brengt taken, bijdragen en betekenissen mee die binnen het gezin onmisbaar zijn.
Deze aanwezigheid maakt de gewenste ontmoeting tussen de generaties mogelijk - een andere beleidslijn van uw weg - voor een steeds dieper wederzijds begrip, welke tegelijkertijd op het vlak van het geloof aan de bejaarden een bijzondere verantwoordelijkheid geeft met betrekking tot de evangelisatiezending welke hun is toevertrouwd met betrekking tot de jongere leden van het gezin.
Wat dit betreft kan ik alleen maar tevreden zijn met uw plan voor de grootst mogelijke geestelijke vorming van uw groepen te zorgen, door aan uw actie geen massa-kracht te geven, maar haar liever als bezieling in de diepte te laten werken. Deze vorming in het geloof zal u in staat stellen op doeltreffende wijze samen te werken - zoals uw bedoeling is - met 'bejaardenbewegingen' van de burgersamenleving, welke steeds meer ontstaan in antwoord op de veelvuldige en toenemende behoeften.
Tenslotte wil ik mijn voldoening uitspreken, dat u een interdiocesane vereniging hebt gevormd om de problemen van de derde leeftijd het hoofd te bieden in een verband van oprechte samenwerking en wederzijdse hulp, waarbij u uw inspiratie ontleent aan het Pauselijk leergezag en volledig instemt met de pastorale plannen van ieder bisdom. Voor dat alles spreek ik mijn waardering uit voor uw federatie en moedig ik de vooruitziende initiatieven ervan aan.
Voor u hier aanwezig en de velen die door u worden vertegenwoordigd, spreek ik een hartelijke wens uit, die ik ontleen aan de psalmist: 'De rechtvaardigen dragen nog vrucht als ze oud zijn, en blijven nog sappig en fris. Zo verkondigen ze dat de Heer gerecht is' (Ps. 92, 15). Moge uw christelijk leven een waarborg zijn voor een vruchtbare ouderdom, rijk aan vertroostingen en vooral aan een evangeliserend getuigenis.
Over deze wensen smeek ik de overvloedige gaven en hemelse vertroostingen af onder de begunstiging en bescherming van de allerheiligste maagd, terwijl ik aan ieder van u en aan al uw gezinnen mijn apostolische zegen verleen.