Paus Benedictus XVI - 14 september 2008
In het Elysee heb ik eergisteren verwezen naar de typische Franse situatie die de Heilige Stoel wil respecteren. Ik ben er inderdaad van overtuigd dat de Naties nooit moeten aanvaarden iets te zien verdwijnen dat hun eigen identiteit is. In een gezin mogen de leden dezelfde vader en de zelfde moeder hebben, toch zijn het geen gelijke enkelingen, maar allemaal mensen met een eigen aard. Dat geldt ook voor de landen, zij moeten er op toezien dat hun eigen cultuur wordt bewaard en ontwikkeld, zonder zich ooit te laten opslorpen door anderen of te verdrinken in een kleurloze uniformiteit. Om het met de woorden van Paus Johannes Paulus II te zeggen: “Een natie is een grote gemeenschap van mensen, die op verschillende wijzen met elkaar verbonden zijn, maar vooral door de cultuur. De natie bestaat “door” de cultuur en “voor” de cultuur en zij is dus de grote opvoedster van de mensen, opdat zij in de gemeenschap “meer mens kunnen zijn”. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de 'United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization' (UNESCO), Parijs, De algehele menselijkheid van de mens komt tot uitdrukking in de cultuur (2 juni 1980), 14 Vanuit dit perspectief zal het evident stellen van de christelijke wortels van Frankrijk toelaten dat elk van de inwoners van het land beter begrijpt van waar hij komt en waarheen hij gaat. Bijgevolg moet men een nieuwe weg vinden, binnen het bestaande institutionele kader en met het grootste respect voor de geldende wetten, om de fundamentele waarden te interpreteren en dagelijks te beleven, waarop de identiteit van de natie werd gebouwd. Uw president verwees naar de mogelijkheid. De sociaal-politieke vooroordelen, vanuit een oud wantrouwen of zelfs vijandschap, verdwijnen beetje bij beetje. De Kerk eist de plaats van de Staat niet op. Zij wil zich ook niet aan haar gezag onttrekken. Zij is een maatschappij, gesteund op overtuigingen, die zich voor alles verantwoordelijk voelt en zich niet kan beperken tot zichzelf. Zij spreekt met vrijheid en treedt met evenveel vrijheid in dialoog, met de opbouw van een gemeenschappelijke vrijheid als enige doel. Een gezonde samenwerking tussen de politieke gemeenschap en de Kerk, gerealiseerd in geweten en in respect voor de onafhankelijkheid en de autonomie van allebei op hun eigen domein, is een dienst aan de mens, die gericht staat op zijn persoonlijke en sociale ontplooiing. Veel punten, voorlopers van andere die er volgens de noden zullen worden aan toegevoegd, werden al onderzocht en opgelost binnen de “Instantie voor dialoog tussen Kerk en Staat”. Omwille van zijn eigen zending en in naam van de Heilige Stoel maakt de apostolische nuntius deel uit van deze instantie, als geroepen om actief het leven van de Kerk te volgen in haar situatie binnen de samenleving.