H. Paus Paulus VI - 22 november 1963
Het voortreffelijke hulpmiddel van de Liturgie, de Gewijde Muziek, waardoor de gelovigen op een bijzondere wijze tot eerbied worden opgewekt, ging vroeger en gaat nog steeds de Apostolische Stoel ten zeerste ter harte; dit wordt duidelijk bevestigd door de Pauselijke documenten. Want hierover heeft de H. Pius X uitvoerig gesproken in zijn Motu Proprio H. Paus Pius X - Motu Proprio
Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines
Instructie over de gewijde muziek
(20 november 1903); Pius XI in zijn Apostolische Constitutie Paus Pius XI - Apostolische Constitutie
Divini Cultus Sanctitatem
Over het gestadig meer bevorderen van de liturgie, de gregoriaanse zang en de gewijde muziek
(20 december 1928); Pius XII in zijn Encycliek Paus Pius XII - Encycliek
Musicae sacrae disciplina
Over de gewijde muziek
(25 december 1955) en door zijn richtlijnen in de 'Congregatie voor de Riten
Instructio de musica sacra et sacra liturgia
Over gewijde muziek en de heilige Liturgie
(3 september 1958)' van 3 september 1958.
Tenslotte heeft Joannes XXIII de documenten van zijn Voorgangers in herinnering gebracht en vol ijver de studie en de vooruitgang van de gewijde Muziek bevorderd; in dit opzicht herinneren wij aan zijn Brief H. Paus Johannes XXIII - Apostolische Brief
Iucunda Laudatio
Over de Pauselijke Kerkmuziekschool
(8 december 1961), die hij op 8 december gericht heeft aan zijn beminde zoon Hyginus Anglès Pamies, Directeur van het Pauselijk Instituut voor Gewijde Muziek, bij gelegenheid van het vijftigjarig bestaan; en het Tweede Oecumenisch Concilie van het Vaticaan heeft aan de talrijke onderwerpen, waarmee het zich bezighoudt, ook dit toegevoegd.
Deze Pausen hadden zich tot taak gesteld om allen, die zich ook maar wijden aan de voortreffelijke kunst van de Gewijde Muziek, te verenigen en in nauwer verband te brengen met de Apostolische Stoel; tevens om de Apostolische Stoel te voorzien van een internationale instelling, om daardoor op de hoogte te blijven van de beloften van de Gewijde Muziek en om de besluiten van het Oppergezag van de Kerk hierover te kunnen uitvoeren; bovendien om de Missionarissen te helpen bij het oplossen van het moeilijke en belangrijke probleem van de Gewijde Muziek in de Missiegebieden en de verschillende initiatieven in die richting op redelijke basis met elkaar te coördineren; tenslotte om werken over de Gewijde Muziek te doen verschijnen en de studies over het voorvaderlijk erfgoed van deze kunst te bevorderen.
In de voorschriften nu over de Gewijde Muziek, die hierboven gememoreerd zijn Vgl. Congregatie voor de Riten, Over gewijde muziek en de heilige Liturgie, Instructio de musica sacra et sacra liturgia (3 sept 1958), 117, heeft Onze Voorganger Pius XII onsterfelijker gedachtenis aanbevolen om het aantal verenigingen voor de bevordering van de Gewijde Muziek te vermenigvuldigen en een nationale of internationale vereniging in het leven te roepen voor de gunstige ontwikkeling van de wetenschap en de kunst der Kerkmuziek.
Om deze wens in vervulling te brengen en gaarne gehoor gevend aan de eenparige verlangens, welke de Bisschoppen van sommige landen Ons geuit hebben bepalen en verordenen Wij krachtens Ons Chirograaf het volgende:
Een Internationale Vereniging voor Kerkmuziek moet op canonieke wijze worden opgericht als een 'persona moralis', waarvan de zetel te Rome gevestigd zal worden.
Haar Beschermheer is tijdelijk de Kardinaal-Prefekt van de H. Riten-Congregatie.
Het doel van deze vereniging is om onder zovelen als maar mogelijk is overal op de wereld in welk land ook de eensgezinde samenwerking te bevorderen in de beoefening en de daaruit volgende ontwikkeling van de Gewijde Muziek volgens de richtlijnen van de Kerk.
Van deze Internationale Vereniging zijn sommigen lid krachtens hun recht, anderen zijn eraan toegevoegd.
De kern van de Vereniging bestaat uit een Algemene Raad, het Bestuur en het Secretariaat:
Het is de taak van het Bestuur de beslissingen van de Algemene Raad uit te voeren.
Het Secretariaat behandelt al de zaken, die eigen zijn aan de secretaris en de financiële aangelegenheden onder de leiding van de Voorzitter of, als het geval zich voordoet, van de beide Vice-Voorzitter, die allen, waar dit het geval is, verantwoording op zich nemen.
De Voorzitter, of bij diens verhindering de beide Vice-Voorzitters, oefent de rechtspersoonlijkheid van de Vereniging uit.
Het vermogen van de Vereniging bestaat uit de bijdragen van de leden, de giften en legaten van de weldoeners en de inkomsten, die voortkomen uit de activiteit van de vereniging.
Het bestuur moet de uitvoerende maatregelen van deze Statuten noteren en deze ter discussie en ter goedkeuring voorleggen aan de Algemene Raad.
Dit hebben Wij uitgevaardigd en bepaald niettegenstaande alwat hiermede in strijd zou zijn.
Gegeven bij Sint Pieter, 22 november op het feest van de H. Cecilia van het jaar 1963, het eerste van Ons Pontificaat.Paus Paulus VI