Paus Franciscus - 15 september 2015
Op de bruiloft van Kana is Maria de aandachtige vrouw die een heel groot probleem voor de gehuwden opmerkt: de wijn is op, wijn, symbool van feestvreugde. Maria ontdekt de moeilijkheid, maakt ze in zekere zin tot de hare en treedt onmiddellijk en discreet op. Zij blijft niet staan kijken, Zij geeft Haar oordeel niet maar richt zich tot Jezus en legt Hem het probleem voor zoals het is: “zij hebben geen wijn meer” (Joh. 2, 3). En wanneer Jezus Haar antwoordt dat Zijn uur nog niet gekomen is Vgl. Joh. 2, 4 , zegt Zij tot de dienaren: “Doet maar wat Hij u zeggen zal.” (Joh. 2, 5). Dan doet Jezus het wonder en verandert een grote hoeveelheid water in wijn, wijn die onmiddellijk de beste van het feest lijkt te zijn. Welk onderricht kunnen wij uit het mysterie van de bruiloft van Kana halen voor de Wereldziekendag?
Het bruiloftsfeest te Kana is een icoon van de Kerk: in het midden is er de barmhartige Jezus die het teken voltrekt; rond Hem de leerlingen, de allereersten van de nieuwe gemeenschap; en dicht bij Jezus en Zijn leerlingen, is er Maria, de vooruitziende en biddende Moeder. Maria deelt in de vreugde van gewone mensen en draagt bij om ze te vermeerderen; Zij spreekt ten beste bij Haar Zoon voor het welzijn van de echtgenoten en al de genodigden. En Jezus heeft de vraag van Zijn Moeder niet geweigerd. Hoeveel hoop ligt er voor ons allen in dit gebeuren! Wij hebben een Moeder met waakzame ogen en vol goedheid, zoals Haar Zoon; met een moederhart dat overloopt van barmhartigheid, zoals Hij; met handen die willen helpen, zoals de handen van Jezus die brood braken voor wie honger had, die zieken aanraakten en hen genazen. Dat vervult ons met vertrouwen en maakt dat wij ons openstellen voor de genade en de barmhartigheid van Christus. De voorspraak van Maria laat ons de troost ervaren waarom de apostel Paulus God zegent : “Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader vol ontferming en de God van alle vertroosting. Hij troost ons in al onze tegenspoed, zodat wij in staat zijn anderen te troosten in al hun noden, dank zij de troost die wij van God ontvangen” (2 Kor. 1, 3-5). Maria is de getrooste Moeder die Haar kinderen troost.
In Kana tekenen Jezus’ onderscheidende trekken en zending zich af: Hij is degene die eender wie te hulp komt die in moeilijkheden en in nood is. In Zijn messiaanse ambt zal Hij namelijk alle soorten ziekten en zwakheden genezen en boze geesten uitdrijven, Hij zal aan blinden het zicht teruggeven, kreupelen weer doen gaan, gezondheid en waardigheid teruggeven aan melaatsen, doden opwekken en de Blijde Boodschap aan armen verkondigen. Vgl. Lc. 7, 21-22 Zo heeft het verzoek van Maria op het bruiloftsfeest, door de Heilige Geest aan Haar moederhart ingegeven, niet alleen Jezus’ messiaanse macht zichtbaar gemaakt maar ook Zijn barmhartigheid.