• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

In deze ene en enige Kerk van God hebben reeds in het begin zich enkele scheuringen voorgedaan Vgl. 1 Kor. 11, 18-19 Vgl. Gal. 1, 6-9 Vgl. 1 Joh. 2, 18-19 , die de apostel scherp veroordeelt. Vgl. 1 Kor. 1, 11. vv Vgl. 1 Kor. 11, 22 In latere eeuwen echter zijn er grotere onenigheden ontstaan en hebben omvangrijke gemeenschappen zich afgescheiden van de volledige gemeenschap van de katholieke Kerk, soms niet zonder de schuld van mensen van beide partijen. Hen echter, die nu geboren worden in dergelijke gemeenschappen en er gevormd worden tot het geloof in Christus, kan men niet beschuldigen van de zonde van afscheiding, en de katholieke Kerk koestert jegens hen een broederlijke eerbied en liefde. Want zij, die in Christus geloven en geldig gedoopt zijn, hebben een zekere, zij het onvolmaakte, gemeenschap met de katholieke Kerk. Ongetwijfeld bestaan er, op grond van verschillen van allerlei aard, tussen hen en de katholieke Kerk, in de leer en soms ook in de discipline, en eveneens met betrekking tot de structuur van de Kerk, talrijke en soms ernstige beletselen voor een volledige kerkelijke gemeenschap, die de oecumenische beweging uit de weg tracht te ruimen. Toch worden deze mensen, door het geloof in het Doopsel gerechtvaardigd, in Christus ingelijfd Vgl. Concilie van Florence, Decreet, Sessio VIII - 8e Sessie: Decreet voor de Armeniërs, Exsultate Deo - Decretum pro Armenis (22 nov 1439), 4-6 en daarom dragen zij met recht de erenaam van Christen en worden zij door de kinderen van de katholieke Kerk met recht erkend als broeders in de Heer. Vgl. H. Augustinus, Enarrationes in Psalmos. Ps. 32, II, 29: PL 36, 299

Bovendien kunnen er onder de elementen of waarden, die alle samen de Kerk opbouwen en levend maken, verschillende, ja soms zeer vele en uitermate belangrijke worden aangetroffen buiten het zichtbaar geheel van de katholieke Kerk, zoals: het geschreven Woord van God, het genadeleven, het geloof, de hoop en de liefde, en andere innerlijke gaven van de Heilige Geest en zichtbare elementen. Al deze zaken, die van Christus voortkomen en tot Hem voeren, behoren rechtens tot de enige Kerk van Christus.

Ook zien wij, dat bij de van ons gescheiden broeders talrijke heilige handelingen van de christelijke godsdienst worden verricht, en deze kunnen op allerlei wijzen, volgens de verschillende situatie van iedere Kerk of gemeenschap, zeer zeker en werkelijk het genadeleven voortbrengen, en ze zijn een geschikte weg om de toegang tot de heilsgemeenschap te ontsluiten.

Daarom zijn ook de afgescheiden Kerken Vgl. 4e Concilie van Lateranen, Hfd 4. Over de hoogmoed van de Grieken ten opzichte van de Latijnen, Caput 4. De superbia Graecorum contra Latinos (11 nov 1215) Vgl. 2e Concilie van Lyon, 4e Zitting - Geloofsbelijdenis van Keizer Michael Palaiologos, Sessio IV - Professio fidei Michaelis Palaeologi (6 juli 1274) Vgl. Concilie van Florence, Bul, Sessio VI - 6e Zitting: Over de eenheid met de Grieken, Laetentur caeli - Decretum pro Graecis (6 juli 1439) en gemeenschappen, ofschoon zij volgens onze overtuiging bepaalde tekorten vertonen, geenszins zonder betekenis en waarde in het heilsmysterie. Want de Geest van Christus weigert niet, zich van haar te bedienen als heilsmiddelen, die hun kracht ontlenen aan de volheid zelf van genade en waarheid, aan de katholieke Kerk toevertrouwd.

Maar de van ons gescheiden broeders, hetzij individueel, hetzij collectief in hun gemeenschappen en Kerken, bezitten toch niet de eenheid, door Jezus Christus geschonken aan allen, die Hij heeft doen herboren worden en gezamenlijk tot leven heeft gewekt voor één lichaam en voor een nieuw leven, de eenheid, waarvan de Heilige Schrift en de eerbiedwaardige overlevering van de Kerk getuigen. Want alleen door de katholieke Kerk van Christus, die het algemeen heilsmiddel is, kan men deelachtig worden aan heel de volheid van de heilsmiddelen. Wij geloven nl., dat de Heer alle goederen van het nieuwe Verbond alleen aan het apostelcollege, met Petrus als hoofd, heeft toevertrouwd, en wel om op aarde het éne Lichaam van Christus te vormen, waarin allen, die reeds op enigerlei wijze deel uitmaken van het volk Gods, volledig moeten worden ingelijfd. En al blijft dit volk gedurende zijn aardse pelgrimstocht in zijn leden blootgesteld aan de zonde, toch groeit het in Christus en wordt het door God volgens zijn mysterievolle plannen met zachtheid geleid, om eens blij te komen tot de gehele volheid van de eeuwige heerlijkheid en het hemelse Jeruzalem.

Omdat men tegenwoordig onder de stuwing van de Heilige Geest in verschillende delen van de wereld door gebed, woord en daad op allerlei wijzen tracht, dichter te naderen tot die volheid van de eenheid, door Jezus Christus gewild, spoort dit heilig Concilie alle katholieken aan om de tekenen des tijds te verstaan en ijverig deel te nemen aan het oecumenisch werk.

Onder "Oecumenische beweging" verstaat men de activiteiten en de initiatieven, die men naargelang van de verschillende noden van de Kerk en naargelang van de omstandigheden onderneemt en organiseert om de eenheid onder de Christenen te bevorderen. Dit zijn op de eerste plaats alle pogingen om woorden, oordelen en daden te vermijden, die niet naar billijkheid en waarheid zijn afgestemd op de situatie van onze gescheiden broeders en daardoor de betrekkingen met hen bemoeilijken. Verder de "dialoog" tussen goed onderlegde deskundigen in bijeenkomsten, die Christenen uit verschillende Kerken of gemeenschappen houden in echt religieuze geest, een dialoog, waarbij ieder de leer van zijn eigen gemeenschap scherper uiteenzet en het eigen karakter ervan duidelijk belicht. Door deze dialoog immers krijgen allen een juistere kennis van de leer en het leven van elk aars gemeenschap en leren deze billijker beoordelen. Ook komen die gemeenschappen zo tot een bredere samenwerking op alle terreinen, waar het gemeenschappelijk welzijn eisen stelt aan het christelijk geweten, en, waar het kan, verenigen zij zich in een eensgezind gebed. Tenslotte bezinnen allen zich op hun trouw aan Christus' wil omtrent de Kerk en pakken, zoals plicht is, energiek het werk aan van vernieuwing en hervorming.

Wanneer de katholieken dit alles onder de leiding van hun herders verstandig en met het nodige geduld ten uitvoer brengen, bevorderen zij de billijkheid en de waarheid, de eendracht en de samenwerking, de broederlijkheid en de eenheid. Langs deze weg zullen geleidelijk de hinderpalen voor de volmaakte kerkelijke gemeenschap worden overwonnen en zullen alle Christenen in de éne viering van de Eucharistie worden samengebracht tot de eenheid van de éne en enige Kerk. Deze eenheid, die Christus van het begin af aan heeft geschonken aan zijn Kerk, bestaat, naar wij vast geloven, onvergankelijk in de katholieke Kerk, en ze zal, naar wij hopen, steeds blijven groeien tot aan het eind van de tijden.

Zonder enige twijfel is het werk van voorbereiding en verzoening van individuele personen, die verlangen naar de volledige katholieke gemeenschap, uiteraard onderscheiden van het oecumenische werk. Toch beo staat er tussen beide geen tegenstrijdigheid, omdat beide berusten op Gods wonderbare beschikking.

De katholieken moeten bij hun oecumenische activiteit zich bezorgd tonen voor hun gescheiden broeders door voor hen te bidden, door hen in te lichten omtrent de aangelegenheden van de Kerk en door zelf het eerst tot hen te gaan. Vooral echter moeten zij eerlijk en zorgvuldig nagaan, wat in de katholieke Kerk zelf vernieuwd en tot stand gebracht moet worden om haar leven te maken tot een getrouwer en duidelijker getuigenis van de leer en de instellingen, die Christus door zijn apostelen heeft overgeleverd.

Want al bezit de katholieke Kerk heel de door God geopenbaarde waarheid en alle genademiddelen, toch leven haar leden daaruit niet met de vurigheid, die zij moesten hebben. Daaraan is het te wijten, dat het gelaat van de Kerk niet zijn volle glans vertoont voor de van ons gescheiden broeders en de gehele wereld, en dat de uitbreiding van het Koninkrijk Gods wordt vertraagd. Daarom moeten alle katholieken naar de christelijke volmaaktheid streven Vgl. Jak. 1, 4 Vgl. Rom. 12, 1-2 en moet ieder overeenkomstig zijn mogelijkheden zijn best doen om de Kerk, die de nederigheid en het sterven van Jezus in haar lichaam draagt Vgl. 2 Kor. 4, 10 Vgl. Fil. 2, 5-8 te brengen tot een steeds grotere reinheid en vernieuwing, totdat Christus haar tot zich voert als de heerlijke Kerk, zonder vlek of rimpel. Vgl. Ef. 5, 27

Met behoud van de eenheid in het noodzakelijke moeten allen in de Kerk, ieder volgens zijn eigen taak, plaats laten voor de nodige vrijheid wat betreft de verschillende vormen van geestelijk leven en discipline, de verscheidenheid van ritussen, en zelfs de theologische uitwerking van de geopenbaarde waarheid; en in alles moeten zij de liefde beoefenen. Op deze wijze zullen zij de ware katholiciteit en tevens de apostoliciteit van de Kerk steeds duidelijker doen uitkomen.

Van de andere kant hebben de katholieken de plicht, de echt christelijke waarden uit het gemeenschappelijk erfgoed bij de van ons gescheiden broeders met vreugde te erkennen en te waarderen. Het erkennen van de rijkdom van Christus en van werken van deugd in het leven van anderen, die getuigenis afleggen voor Christus, soms tot aan het vergieten van hun bloed, is billijk en heilzaam; want God is altijd wonderbaar en verheven in zijn werken.

Ook mogen wij niet vergeten, dat al wat de genade van de Heilige Geest uitwerkt in onze gescheiden broeders, ook kan strekken tot stichting van ons. Niets wat waarlijk christelijk is, kan ooit in strijd zijn met de echte waarden van het geloof; integendeel, het waarlijk christelijke kan ons altijd helpen om het geheim zelf van Christus en de Kerk beter te verstaan.

Toch is de verdeeldheid van de christenen voor de Kerk een beletsel om de volheid van de haar eigen katholiciteit te verwezenlijken in de kinderen, die wel door het doopsel tot haar behoren, maar gescheiden zijn van de volledige gemeenschap met haar. En ook voor de Kerk zelf wordt het zo moeilijker om de volheid van de katholiciteit in de werkelijkheid van het leven in ieder opzicht tot uitdrukking te brengen.

Dit heilig Concilie constateert met vreugde, dat de deelname van de katholieken aan de oecumenische beweging met de dag toeneemt, en het drukt de bisschoppen over heel de wereld op het hart, haar met ijver te bevorderen en verstandig te leiden.

Document

Naam: UNITATIS REDINTEGRATIO
Over de oecumene
Soort: 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Datum: 21 november 1964
Copyrights: © 1965, Ecclesia Docens 0715, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Bewerkt: 12 november 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test