21 november 1964
Wat hierboven is gezegd omtrent de rechtmatige verscheidenheid, willen wij ook graag toepassen op het verschil in de theologische formulering van de leer. Bij de bestudering immers van de geopenbaarde waarheid heeft men in het Oosten en het Westen verschillende methoden en wegen gevolgd om het goddelijke te benaderen en te belijden. Het is dus niet te verwonderen, dat de een sommige aspecten van een geopenbaard mysterie soms juister ziet en duidelijker naar voren brengt dan de ander, zodat men dan moet zeggen, dat die verschillende theologische formuleringen vaak elkaar aanvullen in plaats van elkaar tegen te spreken. Wat de authentieke theologische tradities van de oosterlingen betreft: men moet erkennen, dat ze uitstekend gefundeerd zijn in de Heilige Schrift, steun en expressie vinden in het liturgisch leven, gevoed worden door de apostolische traditie en door de geschriften van de Vaders en geestelijke schrijvers uit het Oosten, en dat ze de juiste inrichting van het leven beogen en zelfs willen leiden tot de volmaakte beschouwing van de christelijke waarheid.
Dit heilig Concilie dankt God, dat talrijke kinderen van de katholieke Kerk in het Oosten, die dit erfgoed bewaren en het zuiverder en volmaakter willen beleven, reeds in volledige gemeenschap leven met hun broeders, die de westerse traditie volgen, en het verklaart, dat heel dit geestelijk en liturgisch, disciplinair en theologisch erfgoed in zijn verschillende tradities behoort tot de volle katholiciteit en apostoliciteit van de Kerk.