H. Paus Paulus VI - 18 september 1968
Een geest van vernietigende kritiek is de grote mode geworden in bepaalde sectoren van het katholieke leven. Zo zijn er bijvoorbeeld periodieken en dagbladen die schijnbaar geen andere taak hebben dan het weergeven van onaangename berichten over personen en feiten uit kerkelijk milieu. Niet zelden brengen ze dat nieuws in eenzijdige presentatie, en misschien zelfs enigszins vervalst en gedramatiseerd om het interessant en pikant te maken. Zo wennen ze hun lezers niet aan een objectieve beoordeling zonder vooringenomenheid, maar aan negatieve argwaan, aan stelselmatig wantrouwen, aan vooropgezette geringschatting jegens personen, instellingen, activiteiten in de Kerk, en dus brengen ze hun lezers en aanhangers ertoe zich te onttrekken aan de eerbied en de solidariteit die ieder goed katholiek, zelfs ieder eerlijk lezer, zou moeten koesteren jegens de gemeenschap en het gezag in de Kerk. Niet de naarstige zorg voor nauwkeurige en volledige informatie, niet de wens om een broederlijke terechtwijzing te geven daar waar deze verdiend is, maar de belustheid op sensatie, de voldoening van het aanklagen en twist zoeken leiden de pen van bepaalde publicisten en zaaien onrust en weerspannigheid in het hart van menig goed katholiek, sommige priesters niet uitgesloten, met inbegrip van niet weinig vurige jongeren. Zo sluipt er een eigenaardige mentaliteit binnen, die door een befaamd en vooraanstaand protestants hoogleraar in een privé-gesprek als angst werd gekwalificeerd: de merkwaardige angst van bepaalde katholieken om achterop te raken bij de ontwikkeling van de ideeën Door deze angst gedreven, sluiten ze graag aan bij de geest van de wereld, maken ze zich gretig de nieuwste ideeën eigen, ook al zijn ze lijnrecht in strijd met de gebruikelijke katholieke traditie, hetgeen mijns inziens, aldus de hoogleraar, niet in overeenstemming is met de geest van het Evangelie.