21 november 1964
De heilige Maagd is door de gave en de functie van het goddelijk moederschap, waardoor zij met haar Zoon, de Verlosser, is verenigd, en door haar buitengewone genaden en functies ook ten nauwste verbonden met de Kerk. Zoals reeds de heilige Ambrosius leerde, is de Moeder Gods het beeld van de Kerk, nl. in de orde van het geloof, de liefde en de volmaakte vereniging met Christus. H. Ambrosius van Milaan, Expositio Evangelii secundum Lucam. Lc. 11, 7: P.L. 15, 1555. Want in het mysterie van de Kerk, die eveneens met recht moeder en maagd wordt genoemd, is de heilige Maagd Maria voorgegaan, doordat zij op eminente en bijzondere wijze het model is van een maagd en van een moeder, Vgl. Pseudo Petrus Damianus, Sermones. 63: P.L. 144, 861AB Vgl. Godefridus Viterbiensis, In nat. B. M.. Ms. Paris, Mazarine, 1002, fol.109r Vgl. Gerhohus Reicherspergensis, De gloria et honore Filii hominis. 10: P.L. 194, 1105AB. In geloof en gehoorzaamheid immers heeft zij op aarde de Zoon zelf van de Vader voortgebracht, en wel zonder aanraking met een man, maar overschaduwd door de Heilige Geest, als de nieuwe Eva, die geloof schonk nier aan de oude slang, maar aan de afgezant van God, en dit zonder enige aarzeling. Zij baarde de Zoon, die God gesteld heeft tot de eerstgeborene onder vele broeders (Rom. 8, 29), nl. de gelovigen, aan wier geboorte en vorming zij met moederlijke liefde meewerkt.