21 november 1964
Het heilige volk God deelt ook in de profetische zending van Christus, doordat het zijn levend getuigenis verbreidt, vooral door een leven van geloof en liefde, en doordat het aan God een offerande van lof opdraagt, de vrucht van de lippen, die zijn naam prijzen Vgl. Hebr. 13, 15 . De gemeenschap als geheel van de gelovigen, die een zalving van de Heilige Geest hebben ontvangen Vgl. 1 Joh. 2, 20.27 , kan niet dwalen in het geloof; en zij manifesteert dit bijzondere kenmerk door middel van de bovennatuurlijke geloofsintuïtie van geheel het volk, wanneer dit "vanaf de bisschoppen tot aan de eenvoudigste gelovigen" Vgl. H. Augustinus, De voorbestemming der heiligen, De praedestinatione sanctorum. 14, 27: P.L. 44, 980. zijn universele eensgezindheid uitdrukt in zaken van geloof en zeden. Want door deze geloofszin, gewekt en in stand gehouden door de Geest van de waarheid, blijft het volk Gods onder de leiding van het heilige leerambt, waarvan het in trouwe volgzaamheid het woord aanvaardt, niet als een woord van mensen, maar werkelijk als het woord van God Vgl. 1 Tess. 2, 13 , onwankelbaar trouw aan het geloof, dat eens voor al aan de heiligen werd overgeleverd Vgl. Judas 3 , dringt met een juist inzicht er dieper in door, en brengt het steeds volmaakter in praktijk.
Bovendien heiligt, leidt en vervolmaakt dezelfde Heilige Geest het volk Gods niet alleen door de sacramenten en de bedieningen; maar, zijn gaven "aan ieder uitdelend, zoals Hij het wil" (1 Kor. 12, 11), schenkt Hij aan de gelovigen van iedere rang ook speciale genaden, waardoor Hij hun de geschiktheid en de bereidheid geeft om allerlei werken of taken op zich te nemen voor de vernieuwing en bredere uitbouw van de Kerk, volgens het woord: "Aan ieder wordt de openbaring van de Geest meegedeeld tot welzijn van allen" (1 Kor. 12, 7). Deze charismata, zowel de meest schitterende als de meer eenvoudige en meer algemene, die volledig zijn afgestemd op de noden van de Kerk en daarin voorzien, moeten met dankbaarheid en als een bemoediging worden aanvaard. Naar buitengewone gaven echter mag men niet zo maar verlangen, en men mag daarvan niet lichtvaardig vruchten van apostolaat verwachten; het oordeel evenwel over de echtheid en het juiste gebruik ervan komt toe aan de leiders van de Kerk, die in het bijzonder de taak hebben, de Geest niet uit te blussen, maar alles te keuren en het goede te behouden Vgl. 1 Tess. 5, 12.19-21 .
Christus, de grote Profeet, die door het getuigenis van zijn leven en door de kracht van zijn woord het Koninkrijk van de Vader heeft verkondigd, zet zijn profetische zending voort tot aan de volle openbaring van zijn heerlijkheid en dit niet alleen door de hiërarchie, die in zijn naam en op zijn gezag lerend optreedt, maar ook door de leken, die Hij daarom maakt tot zijn getuigen en toerust met de geest van geloof en de gave van het woord Vgl. Hand. 2, 17-18 Vgl. Openb. 19, 10 , om zo de kracht van het Evangelie te doen uitstralen in het dagelijkse leven, het gezinsleven en het maatschappelijke leven. Zij tonen zich kinderen der belofte, als zij, sterk in het geloof en in de hoop, het rechte ogenblik goed besteden Vgl. Ef. 5, 16 Vgl. Kol. 4, 5 en standvastig uitzien naar de toekomstige heerlijkheid (Rom. 8, 25). Deze hoop mogen zij niet in hun binnenste verborgen houden, maar zij moeten haar, door een voortdurende omvorming en door hun strijd "tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze geesten" (Ef. 6, 12), uitdragen ook in de structuren van het wereldlijk leven.
Gelijk de sacramenten van de nieuwe Wet, waardoor het leven en het apostolaat van de gelovigen wordt gevoed, de voorafbeelding zijn van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (Openb. 21, 1), zo zijn de leken de krachtige herauten van het geloof in hetgeen wij hopen Vgl. Hebr. 11, 1 , als zij de belijdenis van het geloof moedig weten te verenigen met een leven uit het geloof. Deze Evangelieprediking, de verkondiging van de boodschap van Christus door het getuigenis van het leven en door het woord, krijgt een karakteristieke noot en een bijzondere uitwerking, door het feit, dat deze prediking geschiedt in het alledaagse leven van de wereld.
Bij deze taak is van grote waarde de levensstaat, die geheiligd wordt door een bijzonder sacrament, nl. de staat van het huwelijks- en gezinsleven. Daar vindt men een uitstekende oefenschool voor het lekenapostolaat, omdat daar de christelijke godsdienst heel het leven doordringt en het steeds meer veredelt. Daar hebben de echtgenoten de heel eigen roeping om voor elkaar en voor hun kinderen de getuigen te zijn van het geloof en van de liefde van Christus. Het christelijk gezin verkondigt luid de reeds aanwezige kracht van het Koninkrijk Gods en tevens de hoop op het gelukzalig leven. Zo is het door zijn voorbeeld en getuigenis een veroordeling van de zondige wereld en vormt het een licht voor hen, die de waarheid zoeken.
Daarom kunnen en moeten de leken, ook wanneer zij in beslag genomen worden door aardse zorgen, een waardevolle activiteit ontplooien voor de verkondiging van het Evangelie in de wereld. Sommigen van hen vervangen naar best vermogen de priesters, waar dezen ontbreken of vanwege een vervolgingsregime niet kunnen werken, in bepaalde godsdienstige functies. Velen van hen wijden al hun krachten aan het apostolaat. Maar allen zonder uitzondering moeten meewerken aan de uitbreiding en de groei van Christus' Koninkrijk in de wereld. Daarom moeten de leken zich ijverig toeleggen op een diepere kennis van de geopenbaarde waarheid en God vurig bidden om de gave van wijsheid.