
H. Paus Paulus VI - 23 juni 1964
Al deze overwegingen roepen weer andere gedachten op. Gedachten omtrent de zedelijke en politieke toestand van de wereld waarin de Kerk, hoewel zij boven het tijdelijke staat, gesteld is om te leven en haar zending uit te oefenen. Wij behoeven U slechts te spreken over de vrees die Ons somtijds bevangt dat onze hedendaagse wereld weer terugvalt in vergetelheid en verwaarlozing van de idealen van vrede en eensgezindheid, van zedelijke en maatschappelijke wedergeboorte waarop zij zich zo edelmoedig en vastbesloten ging toeleggen na de smartelijke ervaringen van de laatste oorlog. Vol angstige bezorgdheid denken Wij hierbij aan enkele gewapende conflicten, aan tekenen van herlevend nationalisme en racisme, aan politiek van geslotenheid en particularisme, aan strijd om de hegemonie aan tegenstellingen tussen vijandige blokken.
Tegelijkertijd blijkt steeds duidelijker dat de wereld een absolute behoefte aan de vrede heeft en dat samenvloeien van allerlei belangen op cultureel, economisch en sociaal terrein een steeds grotere noodzaak schept van een vreedzame coëxistentie tussen de volken.
Dit proces van wederzijdse achting, vreedzame samenleving, vruchtbare uitwisseling en gezamenlijk streven naar een gemeenschappelijk doel willen Wij bevorderen zoveel in Ons vermogen is; Wij willen hierin Ons specifieke aandeel bijdragen, het aandeel dat het eerst noodzakelijk is nl. de waarlijk menselijke, onwrikbaarheid en vruchtbare beginselen die alleen het Christendom te bieden heeft.
Daarom gaan ook Wij evenals Onze Voorganger, voort met het prediken van de vrede; de christelijke vrede van Paus Pius XI, de vrede die voortkomt uit het naleven van de wetten van de natuur en van het recht van Pius XII, de vrede in de waarheid, de gerechtigheid, de vrijheid en de liefde van Paus Johannes XXIII; en Wij zullen alles doen wat in Ons vermogen ligt om iedere poging te steunen die er op gericht is de honger uit de wereld te verdrijven, de welvaart te bevorderen en de vooruitgang der sociale rechtvaardigheid te bespoedigen, en in het bijzonder, om de geesten der mensen te verheffen tot de idealen van vrede, eensgezindheid en broederlijke samenleving.