
24 oktober 2015
RELATIO FINALIS - SYNODE 2015 | |||
► | DE KERK, LUISTEREND NAAR HET GEZIN | ||
► | Gezin, inclusie en maatschappij | ||
► | De derde levensfase |
Een van de belangrijkste en meest dringende taken van het christelijk gezin is het bewaren van de band tussen de generaties voor de overdracht van het geloof en de fundamentele waarden van het leven. Het merendeel van de gezinnen respecteert de ouderen, omgeeft hen met genegenheid en beschouwt hen als een zegen. Een bijzondere waardering gaat uit naar de verenigingen en bewegingen van gezinnen die in geestelijk en maatschappelijk perspectief ten gunste van de ouderen werken, in het bijzonder in samenwerking met de priesters in de zielzorg. In sommige contexten worden de bejaarden beschouwd als een rijkdom, daar zij de stabiliteit, de continuïteit en de herinnering van gezin en maatschappij garanderen. In hoog geïndustrialiseerde maatschappijen, waar hun aantal neigt toe te nemen, terwijl het geboortecijfer daalt, lopen zij het risico als een last te worden gezien. Anderzijds stelt de zorg die zij vragen, hun dierbaren vaak zwaar op de proef. “Bejaarden zijn mannen en vrouwen, vaders en moeders die vóór ons dezelfde weg zijn gegaan, in hetzelfde huis als wij, in onze dagelijkse strijd voor een waardig leven. Het zijn mannen en vrouwen van wie wij veel hebben gekregen. De bejaarde is geen vreemde. De bejaarde zijn wij: binnenkort, over lange tijd, maar hoe dan ook onvermijdelijk, ook al denken wij daar niet aan. En als wij niet leren de bejaarden goed te behandelen, zal men ook ons zo behandelen”. Paus Franciscus, AudiĆ«ntie, Sint Pietersplein, Het gezin - 6. Grootouders (I) (4 mrt 2015), 8
265 Synodevaders stemmend: placet - 259; non placet - 1 -> aangenomen.
De aanwezigheid van grootouders in het gezin verdient bijzondere aandacht. Zij vormen de verbindingsschakel tussen de generaties en waarborgen een psychisch-affectief evenwicht door middel van de overdracht van tradities en gewoonten, waarden en deugden, waarin de jongeren de eigen wortels kunnen herkennen. Bovendien werken grootouders herhaaldelijk met hun kinderen mee in economische, opvoedkundige aangelegenheden en bij de overdracht van het geloof aan de kleinkinderen. Veel mensen kunnen constateren dat zij juist aan hun grootouders hun inwijding in het christelijk leven te danken hebben. Zoals het boek Jezus Sirach zegt: “Versmaad de betogen der grijsaards niet, want ook zij hebben van hun vaders geleerd: van hen zult gij begrip leren en op het juiste moment leren antwoorden” (Sir. 8, 9). Wij wensen dat in het gezin, in de opeenvolging van de generaties het geloof wordt meegedeeld en bewaard als een kostbare erfenis voor nieuwe gezinnen.
265 Synodevaders stemmend: placet - 258; non placet - 1 -> aangenomen.