24 oktober 2015
Op grond van wat de Kerk van Christus heeft gekregen, heeft zij in de loop van de eeuwen een rijk onderricht ontwikkeld over huwelijk en gezin. Een van de hoogste uitdrukkingen van deze leer is door het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie naar voren gebracht in de pastorale constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965), die een heel hoofdstuk wijdt aan de waardigheid van huwelijk en gezin. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 47-52 Hierin wordt huwelijk en gezin als volgt gedefinieerd: “Door de Schepper gesticht en onder eigen wetten geplaatst, komt de intieme gemeenschap van leven en van echtelijke liefde tot stand door het huwelijksverbond, anders gezegd: door een onherroepelijk persoonlijk wederzijds jawoord. Aldus ontstaat door een menselijke daad waardoor beiden zich wederzijds geven en ontvangen een, ook ten overstaan van de maatschappij, in de wet van God verankerd instituut”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 48 De “ware huwelijksliefde” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 49 impliceert een wederzijdse zelfgave, sluit de seksuele dimensie en de affectiviteit in en integreert deze, hierbij beantwoordend aan het goddelijk plan. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 48-49. Dit maakt duidelijk dat het huwelijk en de huwelijksliefde die het bezielt, “gericht zijn op de voortplanting en de opvoeding van de kinderen”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 50 Bovendien wordt de verworteling van de echtgenoten in Christus onderstreept: Christus, de Heer, “treedt in het sacrament van het huwelijk de christelijke echtgenoten tegemoet” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 48 en blijft bij hen (sacramentum permanens). Hij neemt de menselijke liefde op, zuivert deze, brengt haar tot volheid en geeft met zijn Geest de echtgenoten het vermogen om haar te beleven door heel hun leven te vervullen van geloof, hoop en liefde. In deze wereld zijn de echtgenoten als het ware geheiligd en door hun eigen genade bouwen zij het Lichaam van Christus op en vormen een huiskerk Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de Christelijke opvoeding, Gravissimum Educationis (28 okt 1965), 11, zodat de Kerk, om ten volle haar mysterie te begrijpen, naar het christelijk gezin kijkt, dat dit mysterie op pure wijze laat zien.
265 Synodevaders stemmend: placet - 257; non placet - 2 -> aangenomen.