Paus Franciscus - 17 oktober 2015
Synodaliteit als een essentieel element van de Kerk, biedt ons het meest geschikte interpretatiekader voor het begrip van de hiërarchische geestelijkheid zelf. Als we, zoals Heilige Johannes Chrysostomos zegt, begrijpen dat “Kerk en Synode synoniem zijn”, H. Johannes Chrysostomos, Expositio in Psalmis. 149: PG 55, 493 aangezien de Kerk niets anders is dan het “samen onderweg zijn” van God’s kudde over de paden der geschiedenis naar de ontmoeting met Christus de Heer, dan begrijpen we ook dat, binnen de Kerk, niemand hoger kan worden “opgetild” dan anderen. Integendeel, in de Kerk is het noodzakelijk dat eenieder zich “verlaagt” om onze broeders en zusters te dienen.
Jezus stichtte de Kerk door het Apostolische College aan het hoofd te plaatsen, waarin de Apostel Petrus de ‘rots’ is. Vgl. Mt. 16, 18 degene die zijn broeders in het geloof moet versterken. Vgl. Lc. 22, 32 Maar in deze Kerk is, als in een omgekeerde pyramide, de top geplaatst onder de basis. Daarom worden zij die gezag uitoefenen “minister” genoemd, want in de oorspronkelijke betekenis van het woord zijn zij de minste van allen. In het dienen van het volk Gods wordt iedere bisschop voor dat deel van de kudde dat hem is toevertrouwd, vicarius Christi Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 27 de plaatsvervanger van die Jezus die zich tijdens het Laatste Avondmaal voorover boog om de voeten van de Apostelen te wassen. Vgl. Joh. 13, 1-15 En vanuit een soortgelijk perspectief is de Opvolger van Petrus bovenal de servus servorum Dei - Dienaar van de Dienaren Gods. Vgl. Paus Franciscus, Toespraak, Aan het slot van de Buitengewone Synode over het gezin, De synode heeft de waarheden over het huwelijk nooit ter discussie gesteld (18 okt 2014), 7
Laat ons dit nooit vergeten! Voor de leerlingen van Jezus, gisteren, vandaag en altijd, is het enige gezag het gezag van de dienstbaarheid, de enige macht is de macht van het kruis. Zoals de Meester ons zegt: Gij weet dat de heersers der volkeren hen met ijzeren vuist regeren en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen. Dit mag bij u niet het geval zijn: wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn en wie onder u de eerste wil zijn moet slaaf van u wezen (Mt. 20, 25-27). “Dit mag bij niet het geval zijn”: met deze uitdrukking raken we het hart van het mysterie van de Kerk, en we ontvangen de noodzakelijke verlichting om onze hiërarchische dienstbaarheid te begrijpen.