H. Paus Johannes Paulus II - 15 augustus 1989
Aan de bisschoppen
Aan de priesters en diakens
Aan de religieuzen
Aan alle gelovigen
Geroepen om de hoeder van de Verlosser te zijn "deed Jozef zoals de engel van de Heer hem bevolen had en nam zijn vrouw tot zich" (Mt. 1, 24)
Vanaf de eerste eeuwen hebben de kerkvaders, geïnspireerd door het evangelie, benadrukt dat Jozef op dezelfde wijze waarop hij vol liefde voor Maria zorgde en zich vol ijver en vreugde wijdde Vgl. H. Ireneüs van Lyon, Tegen de ketters, Adversus Haereses. IV, 23, 1: Sources Chrétiennes 100/2, S. 692-694 aan de opvoeding van Jezus Christus, diens mystieke lichaam hoedt en beschermt, de kerk, waarvan de heilige Maagd het prototype en voorbeeld is.
Honderd jaar na de publicatie van de encycliek Paus Leo XIII - Encycliek
Quamquam Pluries
Over de devotie tot St. Jozef
(15 augustus 1889) van paus Leo XIII wil ik in navolging van de eeuwenlange verering van de heilige Jozef aan u, dierbare broeders en zusters enige gedachten tot overweging aanbieden over hem aan wie God "de zorg voor zijn meest kostbare schatten heeft toevertrouwd". Congregatie voor de Riten, Plechtige, officiële proclamatie van St. Jozef tot Patroon van de gehele Kerk en van de verheffing van de feestdag van 19 maart tot een plechtige liturgische viering, Quemadmodum Deus (8 dec 1870) Z. Paus Pius IX, Apostolische Brief, Aan de glorierijke Aartsvader - Over de H. Jozef, Inclytum Patriarcham (7 juli 1871) Ik vervul deze pastorale plicht met blijdschap, opdat allen de devotie tot de patroon van de universele kerk en de liefde tot de Verlosser, die hij op voorbeeldige wijze heeft gediend, mag toenemen.
Zo zal heel het christenvolk niet alleen vuriger zij toevlucht nemen tot St. Jozef en met vertrouwen zijn bescherming inroepen, maar altijd zijn nederige , rijpe wijze van dienen en van meewerken aan het heilsbestel voor ogen houden. Vgl. H. Johannes Chrysostomos, Preek over het Evangelie volgens Mattheüs, In Matthaeum Homilia. V, 3: PG 57, 57-58 Kerkleraars en Pausen hebben, ook op grond van de naamgelijkheid, Jozef van Egypte aangewezen als de prototype van jozef van Nazareth, wiens taak en grootheid als hoeder van de meest kostbare schatten van God de Vader, het mensgeworden Woord en diens allerheiligste Moeder, hij in zekere zin voorafgebeeld heeft. Vgl. H. Bernardus van Clairvaux, Homilia Super missus est. Hom. II, 16: S. Bernardi Opera, Ed. Cist., IV, 33-34 Vgl. Paus Leo XIII, Encycliek, Over de devotie tot St. Jozef, Quamquam Pluries (15 aug 1889). Leonis XIII, P.M. Acta IX (1890), 179 Ik denk namelijk dat ik de Kerk, die met heel de mensheid op weg is naar de toekomst, door opnieuw de deelname van de bruidegom van Maria daaraan te overwegen, steeds weer in staat zal zijn haar eigen identiteit te vinden in het kader van het verlossingsplan, dat zijn grondslag heeft in het mysterie van de menswording.
Jozef van Nazareth "heeft" juist in dit mysterie een "aandeel gehad" als geen ander mens, met uitzondering van Maria, de moeder van het mensgeworden Woord. Hij nam er deel aan samen met haar met wie hij betrokken was in de werkelijkheid van hetzelfde heilsgebeuren; hij was hoeder van dezelfde liefde door de kracht waarvan de eeuwige Vader "ons voorbestemd heeft zijn kinderen te worden door Jezus Christus" (Ef. 1, 5).