DE VASTSTELLING EN DE ONTDEKKING VAN DE ECHTELIJKE BETEKENIS VAN HET LICHAAMTheologie van het Lichaam,
Deel 1, De oorspronkelijke eenheid van man en vrouw,
catechese over het Boek Genesis
nr. 14
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Audiëntie)
H. Paus Johannes Paulus II -
9 januari 1980
Zo schijnen deze twee woorden, het bijvoeglijk naamwoord 'alleen' en het zelfstandig naamwoord 'hulp' dus echt de sleutel te vormen om op het niveau van de mens de eigenlijke essentie te begrijpen van de gave als existentiële inhoud die opgesloten ligt in de waarheid van het 'beeld van God'. De gave onthult namelijk
een bijzondere karakteristiek van het bestaan als persoon of liever gezegd van de eigenlijke essentie van de persoon. Wanneer Jahwe-God zegt: '
Het is niet goed dat de mens alleen blijft' (Gen. 2, 18), dan zegt hij dat de mens die essentie 'alléén' niet helemaal waarmaakt. Hij maakt die slechts waar als hij '
samen met iemand' bestaat - en dieper nog en vollediger als hij '
voor iemand' bestaat.
Die bestaansnorm als persoon staat in het boek Genesis aangegeven als karakteristiek van de schepping, juist door de betekenis van deze twee woorden 'alleen' en 'hulp'. Door deze woorden wordt aangegeven hoe fundamenteel en constituerend de relatie en de gemeenschap van personen voor de mens zijn. Gemeenschap van personen betekent 'voor' elkaar bestaan, in een relatie van wederzijdse gave. En die relatie is juist de vervulling van de oorspronkelijke eenzaamheid van de 'mens'.