H. Paus Paulus VI - 11 april 1973
Vandaag willen wij een feit herdenken dat de geschiedenis van de Kerk evenals zeker ook die van de beschaving diepgaand heeft gestempeld. Tien jaar geleden, op dezelfde dag, 11 april, heeft onze vereerde voorganger Johannes XXIII aan alle mensen van goede wil zijn encycliek 'H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963)' gegeven, die in de wereld een weerklank heeft opgeroepen die nog steeds niet verstild is en die individuele personen en groepen van verschillende religieuze geloofsbelijdenissen, van verschillend ras en cultuur, van verschillend sociaal en politiek milieu heeft aangezet tot diepe bezinning.
Laat niemand zich nu dooreen gevoel van verveling laten overweldigen en bij zichzelf zeggen: dat is niets nieuws; er is al veel teveel over de vrede gepraat, zodat dit thema ons nu bijna onverschillig laat; en iedereen keert terug naar de mentaliteit van vroeger, die mentaliteit die we juist voorbijgestreefd zouden willen zien na de allertreurigste ervaringen van de recente oorlogen, na de waarschuwing van de rampzalige voorspellingen van zeer nabije of toekomstige conflicten, die ons daarentegen met een bijna instinctieve aantrekkingskracht brengt tot het vastleggen van fatale opinies: dat wat meer dan de vrede, meer dan de orde, meer dan de gerechtigheid dringt, dat is de macht, dat is de strijd, potentieel of actueel, en het eigen, individuele of sociale of nationale belang en in het bijzonder het precaire en vaak illusoire machtsevenwicht waarin de eigen macht in staat zou zijn de andere te overtroeven. Dit, zo zegt men, is de echte geschiedenis, dit is de machiavellistische politiek, als u wilt, maar positief. Als dat zo is, dan vragen wij, eens te meer, of het egoïsme de overhand moet hebben in de bestemming van de volkeren; en moet de wettige en verplichte bescherming van het eigen, juiste welzijn ook niet geïnspireerd zijn door de liefde, moet ze niet gematigd worden door de gerechtigheid, en ingebed in de vrede?
De vrede, dat is het principe van de nieuwe beschaving, laten we dat niet vergeten; de vrede moet niet een contingente pauze zijn in de geschiedenis maar het stabiele zuurdeeg van de menselijke samenleving; niet een partijdige situatie in een wereld die van nu af aan gericht staat op eenheid, maar een universele situatie; niet het versteend vastliggen in een stand van zaken die door de ontwikkeling van dingen en mensen als onduldbaar wordt aangeklaagd, maar een dynamische conditie die altijd, vóór alles, de bescherming van het primaatschap van de mens, beschouwd in het globale complex van zijn wezen, zijn rechten, zijn plichten, en van de hogere bestemmingen, oproept.
Deze H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963) heeft iedere mens van goede wil er met kracht toe aangezet na te denken over één van de ernstigste plichten van het individu in de huidige samenleving: de plicht zich steeds meer bewust te worden van onze enorme verantwoordelijkheid en van ons onontkoombaar engagement tegenover iedere andere mens in het meewerken aan de opbouw en de verdediging van de vrede, volgens de lijnen die onze voorganger aangaf:
'De vrede op aarde, waarnaar alle mensen altijd zo hartstochtelijk verlangd hebben, kan slechts dan tot stand komen en bewaard blijven, wanneer de door God ingestelde orde volmaakt wordt geëerbiedigd ... een orde die gebaseerd is op de waarheid, gevormd wordt door de rechtvaardigheid, verheven en volmaakt wordt door de liefde en tenslotte gerealiseerd wordt onder leiding van de vrijheid'. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 1.167
'H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963)' heeft ertoe bijgedragen een wezenlijke zending in het leven van de Kerk tot ontwikkeling te brengen, door de vrede als iets voor te stellen en te laten worden dat werkelijk geïncarneerd is in haar pastorale leven en niet alleen maar iets extra's, iets dat voor enkelen is weggelegd.
Op ieder niveau in de Kerk zijn een nieuwe geest en een nieuwe gevoeligheid aan het licht getreden: in de christelijke gemeenschappen in de lekenorganisaties, vooral onder de jongeren, in de religieuze instellingen, onder de clerus en onder het episcopaat.
En ook onder onze Christenbroeders en onder hen die andere godsdiensten of geen enkele godsdienst belijden, heeft zich de laatste jaren een steeds sterker bewustzijn laten zien, dat de vrede een kostbaar en onvervreemdbaar goed is voor de wereld, en heeft zich een steeds sterker verlangen gemanifesteerd studies, bewegingen en activiteiten ten gunste van de vrede te bevorderen.
Deze bezorgdheid, samen met een toenemend, eerlijk zoeken naar dialoog, heeft eveneens geleid tot een troostrijke ontwikkeling van onderling begrip en initiatieven op het veelbelovende gebied van het oecumenisme.
Ons dunkt, dat het niet stoutmoedig is te denken, dat de encycliek op waardige wijze heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van die gevoeligheid en dialoog, zoals ze ook zeker de oecumenische verstandhoudingen en initiatieven heeft begunstigd, die van de vrede een verplicht en centraal thema maken van de mentaliteit en dus van de beschaving van de moderne sociale mens. Bij deze tiende verjaardag van 'H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963)' heeft kard. Maurice Roy, aartsbisschop van Québec, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Pauselijke commissie 'Iustitia et Pax' ons een schrijven doen toekomen, begeleid door een document, waarin hij, naast overdenkingen en ideeën, een analyse presenteert, om duidelijk aan te tonen, hoe diepgaand de encycliek heeft bijgedragen tot het toenemen in de zielen van het verlangen en zoeken naar vrede.
Indien wij enerzijds verheugd zijn bij het beluisteren van zoveel positieve weerklank op de stem van onze voorganger en bij de constatering, dat het vredesengagement in het geweten van de enkelingen en de groepen toeneemt, kunnen wij anderzijds niet voorbijgaan aan het feit, dat de vrede een goed is waaraan de wereld nog steeds bijzonder behoefte heeft en dat schendingen van de vrede blijven toenemen, overal zo'n beetje, via ongerechtigheid, geweld en onderdrukking.
In de jaren van ons pontificaat zijn ook wij, door het volgen van deze hoofdlijn van de huidige pedagogie die gericht is op het vormen van een nieuwe geest in het menselijk samen leven, het nooit moe geworden ons iedere inspanning te getroosten voor de verdediging van de vrede, om de mensen te overtuigen van de radicale noodzaak van de vrede, om een beter begrip te bevorderen tussen de volkeren en om degenen te verdedigen die lijden onder pseudo-vreedzame, dat wil zeggen, onrechtvaardige, door heersende conflicten geschonden en geruïneerde situaties.
De nog steeds geldende inhoud van de boodschap van 'H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963)' biedt ons bij deze tiende verjaardag troost en een nieuwe impuls onvermoeibaar te werken voor de opbouw van de vrede in de wereld. Wij hopen werkelijk, dat deze inhoud nog weerklank blijft vinden in inspiratie, vertrouwen en engagement blijft oproepen in alle mensen van goede wil, door hen allen, individuen en gemeenschappen, werkelijk bewust te maken van het feit, dat 'H. Paus Paulus VI - Boodschap
De vrede is mogelijk
Voor de Werelddag voor de vrede - 1 januari 1973 (8 december 1972)' - zoals dit jaar voor de 'dag van de vrede' werd gezegd - en dat de vrede dus een plicht is!
Voor deze zo nobele en hooggestemde onderneming, die de opbouwende participatie van allen vereist, maar waartoe de menselijke krachten zo breekbaar en klein zijn, is de hulp van boven nodig. Vandaag stijgt onze roep, een herhaling van het gebed dat onze voorganger tien jaar geleden aan het einde van zijn encycliek schreef, op 'tot Hem die door zijn zeer bittere smarten en zijn dood niet alleen de zonde heeft overwonnen (. .. ), maar die ook door het vergieten van zijn bloed het menselijk geslacht met zijn hemelse Vader heeft verzoend'. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 169 en zo de beste premisse heeft gesteld voor de verzoening van de mensen onderling. Moge dus Christus, de Vredesvorst (Jes. 9, 6), deze kostbare gave aan de wereld brengen, Hij die 'gekomen is en vrede heeft verkondigd aan u die veraf waart en vrede aan hen die dichtbij waren' (Ef. 2, 17). Laten wij zo, in navolging van dit door Paus Johannes XXIII aan ons, aan de Kerk, aan de geschiedenis nagelaten grote document, trachten allen onze ziel te vormen voor de ware vrede, door te denken, te werken en te bidden, met onze apostolische zegen.