H. Paus Paulus VI - 2 februari 1974
MARIALIS CULTUS Over de vernieuwing van de Maria-verering in liturgie en persoonlijke beleving |
|||
► | DE VERNIEUWING VAN DE MARIALE VROOMHEID |
Toch spoort dezelfde Tweede Vaticaans Concilie ons aan om, naast de liturgische eredienst, ook andere vormen van mariale vroomheid te bevorderen, vooral die welke door het Leergezag worden geprezen en aanbevolen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 67
Doch de verering en hoogachting van de gelovigen van Christus voor de Moeder Gods heeft, zoals allen ongetwijfeld hebben vastgesteld, velerlei vormen aangenomen, maar gelang van de omstandigheden van tijd en plaats, de verschillende religieuze gevoeligheid van de volkeren en hun culturele overlevering.
Hieruit volgt ontegenzeggelijk dat de vormen zelf, waarin deze vroomheid haar uitdrukking vindt, afhankelijk zijn van de tijdsomstandigheden en daarom vernieuwing nodig blijken te hebben. Daardoor kan bereikt worden, dat enerzijds bestendige elementen worden ingevoerd. Ook kan dan terecht een plaats worden ingeruimd voor geloofswaardigheden, die door het theologisch onderzoek verworven en door het Leergezag van de Kerk voorgehouden werden.
Dit bewijst ook dat het noodzakelijk is dat de bisschoppenconferenties, de plaatselijke Kerken, de religieuze Families en de gemeenschappen van gelovigen iedere daadkrachtige activiteit op dit gebied begunstigen en tegelijkertijd overgaan tot een ijverige herziening van de vormen en oefeningen van vroomheid jegens de Maagd Maria. Het is echter onze vurige wens dat bij deze herziening de gezonde overlevering in acht wordt genomen en dat de toegang openstaat voor de rechtmatige verlangens van de mensen van onze tijd.
Intussen komt het Ons passend voor, Eerbiedwaardige Broeders, hier enkele beginselen aan te geven, volgens welke men op dit gebied te werk dient te gaan.