H. Paus Paulus VI - 2 februari 1974
Wij beseffen terdege dat er niet geringe verschillen bestaan tussen de opvattingen van zeer vele broeders van de andere Kerken en kerkelijke genootschappen en de katholieke leer ”over de... taak van Maria in het heilswerk” 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 20, en bijgevolg over de verering, die Haar moet worden betoond. Maar aangezien dezelfde kracht van de Allerhoogste, die de Maagd van Nazareth heeft overschaduwd Vgl. Lc. 1, 35 , ook in de hedendaagse oecumenische Beweging werkzaam is en deze vruchtbaar maakt, willen Wij gaarne als Onze hoop uitspreken, dat de eerbied voor de nederige Dienstmaagd des Heren, aan wie de Almachtige grote dingen heeft gedaan Vgl. Lc. 1, 49 , althans op de duur geen hinderpaal, maar een weg en als het ware een aanknopingspunt zal zijn tot de eenheid van allen, die in Christus geloven.
Wij verheugen er ons in feite over vast te mogen stellen dat een beter begrip voor de taak van Maria in het mysterie van Christus en de Kerk, ook van de zijde der gescheiden broeders, de weg naar deze ontmoeting gemakkelijker maakt. Zoals de heilige Maagd in het dorp Kana door haar tussenkomst heeft verkregen, dat Jezus het eerste zijner wonderen heeft verricht Vgl. Joh. 2, 1-12 , zo zal Zij in onze tijd in staat zijn om door haar genadige voorspraak het uur te bespoedigen, waarop alle leerlingen van Christus de volmaakte gemeenschap in geloof zullen vinden.
Deze hoop onzerzijds wordt nog versterkt door een overdenking van Onze Voorganger Leo XIII, die heeft verzekerd: "De aangelegenheid van de eenheid der Christenen ”behoort op een bijzondere wijze tot de taak van het geestelijk moederschap van Maria. Want degenen die van Christus zijn, heeft Maria niet voortgebracht, noch kòn Zij voortbrengen, tenzij in één geloof en één liefde; immers ‘is Christus soms verdeeld?’ (1 Kor. 1, 13). Wij moeten dan ook alleen tesamen hetzelfde leven van Christus leven, om in één en hetzelfde lichaam ‘vrucht dragen voor God’“ (Rom. 7, 4)." Paus Leo XIII, Encycliek, Over de Rozenkrans, Adiutricem populi christiani (5 sept 1895)