
Paus Pius XI - 19 maart 1937
Daar verder deze leer elke heilige verplichting van het menselijk leven ontkent en verwerpt, wordt natuurlijk ook het huwelijk en de huiselijke samenleving slechts als een zuiver burgerlijke en kunstmatige instelling beschouwd, ontstaan uit bepaalde economische verhoudingen. En daarom, gelijk nu het bestaan ontkend wordt van een echtelijke verbintenis, samengehouden door rechtelijke en zedelijke banden, onafhankelijk van de vrije beschikking van de individuen of van de gemeenschap, zo wordt ook haar blijvende onverbreekbaarheid verworpen. En in het bijzonder bestaat er, volgens het communisme, voor de vrouw geen band, die haar met het gezin of het huis verbindt. Het communisme immers verkondigt de volslagen bevrijding van de vrouw uit de voogdij van de man en ontdekt haar daarom aan het huiselijk leven en de zorg voor de kinderen, om haar, evenzeer als de man, in het drukke openbare leven te werpen en in het productieproces, terwijl de zorg voor huiselijke haard en kroost aan de burgerlijke maatschappij wordt toevertrouwd. Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over het Christelijk huwelijk, met inachtneming der in gezin en maatschappij heersende toestanden, noden, dwalingen en misbruiken, Casti Connubii (31 dec 1930), 87-90
Ten slotte wordt aan de ouders hun macht om de kinderen op te voeden ontnomen, daar deze volgens hen alleen toekomt aan de gemeenschap en daarom alleen in naam en opdracht van deze kan uitgeoefend worden.