
Msgr. Elio Sgreccia - 9 juni 2005
Het onderwerp in kwestie betreft de rechtmatigheid van de productie, distributie en het gebruik van bepaalde vaccins waarvan de productie verband houdt met abortus. Het betreft vaccins die levende virussen bevatten, bereid uit menselijke cellijnen van foetale oorsprong waarbij weefsels van geaborteerde menselijke foetussen als bron van dergelijke cellen zijn gebruikt. Het bekendste, en misschien wel het belangrijkste vanwege de enorme verspreiding en het bijna universele gebruik ervan, is het vaccin tegen rodehond (Rubella).