BIJ DE GEMEENSCHAP VAN PERSONEN VERKRIJGT DE MENS HET "BEELD VAN GOD"Theologie van het Lichaam,
Deel 1, De oorspronkelijke eenheid van man en vrouw,
catechese over het Boek Genesis
nr. 9
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Audiëntie)
H. Paus Johannes Paulus II -
14 november 1979
Zo bevinden we ons praktisch in de kern van de antropologische werkelijkheid die 'lichaam' heet, menselijk lichaam. Daar is voor het eerst rechtstreeks sprake van in Genesis 2, 23 met deze woorden: '
vlees van mijn vlees en been van mijn gebeente'. De man spreekt deze woorden uit alsof hij pas bij het zien van de vrouw kon identificeren en bij name noemen
wat hen op zichtbare wijze bij elkaar passend maakt en waarin zich tegelijk het mens-zijn manifesteert. In het licht van de voorafgaande analyse van alle lichamen waarmee de mens in aanraking is gekomen en die hij begrippelijk gedefinieerd had door ze een naam te geven (
animalia), krijgt de uitdrukking '
vlees van mijn vlees' juist die betekenis: het lichaam openbaart de mens. Deze bondige formule houdt reeds alles in wat de menswetenschappen ooit zullen kunnen zeggen over de bouw van het lichaam als organisme, over de vitaliteit ervan, over de speciale seksuele fysiologie ervan enzovoorts. In die eerste uitdrukkingswijze van de mens, '
vlees van mijn vlees', ligt ook een verwijzing opgesloten naar de reden waarom het lichaam echt menselijk is en dus naar dat wat de mens bepaalt als persoon, dat wil zeggen als wezen dat ook met heel zijn lichamelijkheid 'op God gelijkt'.