Paus Franciscus - 11 maart 2015
Dierbare broeders en zusters, goeie dag !
In de catechese van vandaag, Paus Franciscus - Audiëntie
Het gezin - 6. Grootouders (I)
Sint Pietersplein
(4 maart 2015) wij onze reflectie over de grootouders en bekijken wij hun waarde en het belang van hun rol in het gezin. Ik doe dat, terwijl ik mij met hen identificeer, want ook ik behoor tot de derde leeftijd.
Toen ik naar de Filipijnen gegaan ben, begroette het Filippijnse volk mij met de woorden “Lolo Kiko”, dat betekent “grootvader Franciscus”, zij zeiden: “Lolo Kiko”. Een eerste belangrijke zaak die moet benadrukt worden: het is waar dat de samenleving de neiging heeft ons te elimineren, maar de Heer doet dat zeker niet. De Heer elimineert ons nooit. Hij roept ons op Hem op alle leeftijden te volgen en de ouderdom is een genade en een zending, een ware roeping van de Heer. De ouderdom is een roeping. Het is nog niet het moment om “de wapens neer te leggen”. Deze periode in het leven is ongetwijfeld anders dan de vorige; wij moeten ze ook een beetje “uitvinden” want onze samenlevingen zijn niet bereid, spiritueel noch moreel, om aan dit moment van het leven zijn volle waarde te geven. Inderdaad, vroeger was het niet zo normaal tijd ter beschikking te hebben; vandaag is dat veel normaler. En de christelijke spiritualiteit heeft zich ook een beetje laten verrassen, zodat aan een spiritualiteit voor bejaarden moet gedacht worden. Maar dank zij God, ontbreekt het ons niet aan bejaarde mannelijke en vrouwelijke heiligen!
Ik was zeer getroffen door de Paus Franciscus - Homilie
Grootouders, specialisten van God
Homilie voor de zegen van het lange leven - Internationale ontmoetingsdag senioren, Rome
(28 september 2014) georganiseerd hebben; het plein was vol. Ik hoorde verhalen van bejaarden die zich voor de anderen inzetten, en ook verhalen van echtparen die zeiden: “wij vieren onze vijftigste huwelijksverjaardag, onze zestigste huwelijksverjaardag”. Het is belangrijk dit te tonen aan jongeren, die alles vlug moe worden; het getuigenis van de trouw van bejaarden is heel belangrijk. En zij waren die dag heel talrijk op dit plein. Het is een reflectie die in Kerkelijke en burgerlijke context moet voortgezet worden. Het Evangelie geeft ons een heel mooi beeld, ontroerend en bemoedigend. Het beeld van Simeon en Hanna, over wie het kindsheidsevangelie spreekt, geschreven door de heilige Lucas. Zij waren zeker bejaard, de “oude” Simeon en de “profetes” Hanna die 84 jaar oud was. Deze vrouw verborg haar leeftijd niet! Het Evangelie zegt dat zij de komst van God alle dagen verwachtten, met grote trouw, reeds vele jaren. Zij wilden hem echt zien, die dag, en de tekenen, het begin ervan waarnemen. Misschien berustten zij er ook een beetje in dat zij voor die dag konden sterven: nochtans bleef dit lange wachten heel hun leven in beslag nemen, zij hadden geen engagementen die belangrijker waren dat deze: biddend wachten op de Heer. Wel, toen Maria en Jozef in de tempel kwamen om het ritueel van de Wet te vervullen, spoedden Simeon en Hanna zich op weg, door de Heilige Geest gedreven. Vgl. Lc. 2, 27
De last van de leeftijd en van het wachten verdween in één ogenblik. Zij herkenden het Kind en ontdekten nieuwe kracht voor een nieuwe taak: dank zeggen en getuigenis geven van dit teken van God. Simeon improviseerde een zeer mooie hymne van de vreugde Vgl. Lc. 2, 29-32
– op dat ogenblik was hij dichter – en Hanna werd de eerste verkondigster van Jezus: zij “sprak over het kind tot allen die de bevrijding van Jeruzalem verwachtten” (Lc. 2, 38).
Dierbare grootouders, dierbare bejaarden, laat ons in het spoor gaan van deze buitengewone oude mensen! Laten ook wij een beetje dichter van het gebed worden: laten wij er smaak in vinden onze eigen woorden te zoeken, door ons de woorden van het Woord Gods opnieuw eigen te maken. Het is een grote gave voor de Kerk, het gebed van grootouders en bejaarden! Het gebed van grootouders en bejaarden is een gave voor de Kerk, een rijkdom! Een grote injectie van wijsheid, ook voor heel de menselijke samenleving: vooral voor wie te bedrijvig is, te veel benomen, te verstrooid. Er is iemand nodig die zingt, ook voor hen, die Gods tekenen bezingt, Gods tekenen verkondigt, die voor hen bidt! Kijken wij naar Benedictus XVI die ervoor gekozen heeft het laatste deel van zijn leven door te brengen in gebed en luisteren naar God! Mooi is dat! Een grote gelovige van de laatste eeuw, van de orthodoxe traditie, Olivier Clément, zei: “Een beschaving waarin niet meer gebeden wordt is een beschaving waar de ouderdom geen zin meer heeft. En het is angstaanjagend, wij hebben vooral bejaarden nodig die bidden, want daarvoor is de ouderdom ons gegeven”. Wij hebben bejaarden nodig die bidden want de ouderdom is ons juist daarvoor gegeven. Het gebed van bejaarden is mooi.
Wij kunnen de Heer danken voor de gekregen weldaden en wij kunnen de leegte van ondankbaarheid vullen die Hem omringt. Wij kunnen ten beste spreken voor de verwachtingen van de nieuwe generaties en waardigheid geven aan de herinnering en de offers van de voorbije generaties. Wij kunnen ambitieuze jongeren eraan herinneren dat een leven zonder liefde een dor leven is. Wij kunnen jongeren die bang zijn, zeggen dat angst voor de toekomst kan overwonnen worden. Wij kunnen jongeren die te veel van zichzelf houden, zeggen dat er meer vreugde is in het geven dan in het krijgen. Grootvaders en grootmoeders vormen het permanente “koor” van een groot spiritueel heiligdom waar smeekgebed en lofzang de gemeenschap ondersteunen die op het terrein van het leven werkt en strijdt.
Tenslotte, zuivert gebed het hart onophoudelijk. Lof en smeking tot God beletten dat het hart versteent door wrok en egoïsme. Hoe droevig is het cynisme van een bejaarde die de zin van het getuigenis verloren heeft, die jongeren minacht en geen levenswijsheid doorgeeft! Hoe mooi daarentegen, de bemoediging die een bejaarde aan een jongere doorgeeft om de zin van het geloof en het leven te zoeken; dat is werkelijk de zending van grootouders, de roeping van bejaarden. De woorden van grootouders hebben iets bijzonder voor jongeren. En zij weten het. De woorden die mijn grootmoeder mij schriftelijk heeft nagelaten op de dag van mijn priesterwijding, heb ik nog steeds, altijd in mijn brevier, en ik lees ze dikwijls en dat doet me deugd.