Paus Franciscus - 17 maart 2017
Beste broeders,
Het verheugt me u te ontmoeten bij deze eerste audiëntie met u na het Jubileum van barmhartigheid, bij gelegenheid van de jaarlijkse cursus over het Forum Internum. Ik richt een hartelijke groet tot de kardinaal grootpenitentiair en dank hem voor zijn hartelijke woorden. Ik groet de regent, de prelaten en de staf van de Penitentairie, de colleges van de gewone en buitengewone penitentiaries van de pauselijke basilieken in Rome, en u allen die deelneemt aan deze cursus.
Ik moet toegeven dat deze Penitentiarie het soort rechtbank is dat me het meest bevalt. Het is een “rechtbank van barmhartigheid” waartoe we ons richten om dat onontbeerlijke medicijn voor onze tijd te verkrijgen dat de goddelijke barmhartigheid is.
Uw cursus over het Forum Internum die bijdraagt tot de vorming van goede biechtvaders is nuttig, en ik zou zeggen zelfs noodzakelijk in onze tijd. Het is waar, iemand wordt geen goede biechtvader dankzij een cursus, nee. Die zaak van de biechtstoel is een lange scholing die het hele leven duurt. Maar wie is een “goede biechtvader”? Hoe wordt iemand een goede biechtvader?
Ik zou hierover drie aspecten willen noemen.
De “goede biechtvader” is bovenal een echte vriend van Jezus de Goede Herder. Zonder deze vriendschap zal het moeilijk zijn de vaderlijkheid te ontwikkelen die zo nodig is in het dienstwerk van Verzoening. Vrienden zijn van Jezus betekent ten eerste het gebed verzorgen: zowel het persoonlijke gebed met de Heer, onophoudelijk vragend om het geschenk van pastorale naastenliefde, en het specifieke gebed voor de uitoefening van de taak van biechtvader en voor de gelovigen, broeders en zusters die naar ons komen op zoek naar Gods barmhartigheid.
Een dienstwerk van Verzoening “gehuld in gebed” zal een geloofwaardige weerspiegeling zijn van Gods barmhartigheid, en het zal hardheid en onbegrip voorkomen die zich soms kunnen voordoen ook in de sacramentele ontmoeting. Een biechtvader die bidt weet heel goed dat hij zelf de eerste zondaar is en de eerste die is vergeven. Iemand kan niet vergeven in het Sacrament zonder het bewustzijn het eerst vergeven te zijn. Daarom is gebed de eerste garantie tot vermijden van de harde attitudes om zinloos de zondaar te veroordelen en niet de zonde.
In gebed is het nodig de gave van een gewond hart af te smeken dat in staat is om de wonden van anderen te begrijpen en ze te genezen met de olie van barmhartigheid. Dezelfde olie die de barmhartige Samaritaan uitgoot over het arme slachtoffer waar niemand naar omkeek. Vgl. Lc. 10, 34
In het gebed moeten we de kostbare gave van de nederigheid vragen zodat het duidelijk wordt dat vergeving een bovennatuurlijk geschenk om niet is van God waarvan wij eenvoudige, hoewel noodzakelijke, bedienaars zijn door de uitdrukkelijke wil van Jezus. En Hij zal zeker blij zijn als wij veelvuldig gebruik maken van Zijn barmhartigheid.
Laten we dan in het gebed altijd de Heilige Geest aanroepen, die de Geest is van onderscheid en compassie. De Geest stelt ons in staat om empathie te hebben met het lijden van onze zusters en broeders die de biechtstoel betreden. En om hen te vergezellen met prudent en rijp inzicht en met waarachtige compassie met hun lijden veroorzaakt door de armoede van zonde.
De goede biechtvader is in de tweede plaats een man van de Geest, een man van onderscheiden. Hoeveel schade wordt de Kerk niet toegebracht door het gebrek aan onderscheid! Hoeveel schade wordt de zielen niet toegebracht door een handelwijze die niet geworteld is in het nederige luisteren naar de Geest en naar Gods wil. De biechtvader handelt niet volgens zijn eigen wil en onderricht niet een eigen leer. Hij is geroepen om altijd en alleen de wil van God te doen, in volle gemeenschap met de Kerk, waarvan hij de minister is, dat wil zeggen een dienaar.
Inzicht stelt ons ook in staat om onderscheid te maken in plaats van verwarring te stichten, en nooit “alles over één kam te scheren”. Onderscheidingsvermogen vormt onze blik en ons hart, activeert die fijngevoeligheid van de geest die zo nodig is tegenover hen die het heiligdom van hun eigen geweten openen om zo licht, vrede en barmhartigheid te verkrijgen.
Onderscheidingsvermogen is ook nodig omdat wie tot de biechtstoel naderen uit de meest wanhopige situaties kunnen komen. Zij zouden ook geestelijke stoornis kunnen hebben waarvan de aard aan zorgvuldig onderscheid moet worden onderworpen, en alle existentiële, ecclesiale, natuurlijke en bovennatuurlijke omstandigheden moeten daarbij in ogenschouw worden genomen. Als de biechtvader zich bewust wordt van de aanwezigheid van echte geestelijke stoornissen –die grotendeels psychisch kunnen zijn, en daarom moeten worden onderzocht met behulp van gezonde medewerking van de menswetenschappen– moet hij niet aarzelen de zaak te verwijzen naar hen die in het bisdom de opdracht hebben tot dit delicate en noodzakelijke dienstwerk, namelijk de exorcisten. Maar deze moeten gekozen worden met grote zorg en prudentie.
Tenslotte is de biechtstoel een ware en geschikte plaats voor evangelisatie. Want er is geen evangelisatie die authentieker is dan de ontmoeting met de God van barmhartigheid, met de God die Barmhartigheid is. Barmhartigheid ondervinden betekent het ware gelaat van God ontmoeten zoals Jezus dat aan ons heeft geopenbaard.
De biechtstoel is daarom een plaats van evangelisatie en dus van vorming. In de dialoog die zich ontspint met de penitent –hoewel kort– is de biechtvader geroepen te onderscheiden wat het meest nuttig en zelfs noodzakelijk is voor de geestelijke weg van die broeder of zuster. Van tijd tot tijd zal het nodig zijn om opnieuw de meest elementaire geloofswaarheden te verkondigen, de vurige kern, het kerygma, zonder welke de ervaring van Gods liefde en barmhartigheid als sprakeloos zou blijven. Van tijd tot tijd betekent dit de fundamenten van het morele leven uiteenzetten, altijd met betrekking tot de waarheid, de goedheid en Gods wil. Het is een werk van vlot en intelligent onderscheid dat voor de gelovigen groot heil kan betekenen.
De biechtvader is werkelijk geroepen iedere dag de “periferieën van kwaad en zonde” te bezoeken –wat een lelijke periferie!– en zijn werk is een echte pastorale prioriteit. Biechthoren is een pastorale prioriteit. Alstublieft, geen borden met de tekst “Biechten alleen op maandag en woensdag van zo tot zo laat”. We horen biecht altijd wanneer we er om worden gevraagd. En als u daar {in de biechtstoel} zit te bidden, laat de deur open, dat is het open hart van God.
Beste broeders, ik zegen u en ik hoop dat u goede biechtvaders zult zijn: ondergedompeld in de relatie met Christus, in staat om in de Geest te onderscheiden en gereed om de kans te grijpen tot evangeliseren.
Bidt altijd voor de broeders en zusters die naderen tot het Sacrament van Vergeving. En bidt alstublieft ook voor mij.
En ik zou niet willen eindigen zonder wat me te binnen schoot toen de kardinaal prefect sprak. Hij sprak over sleutels en over Onze Lieve Vrouw. Dat beviel me, en daarom zal ik iets vertellen… twee dingen. Het was goed voor mij, toen ik jong was, het boek van heilige Alfonsus Maria de’ Liguori over Maria te lezen: H. Alfonsus Maria de Liguori
De glorie van Maria (). Aan het einde van elk hoofdstuk is een wonder van de Madonna te vinden waarmee ze het leven binnentrad en orde op zaken stelde. En een tweede ding. Er bestaat een legende van Maria, een traditie die in Zuid-Italië bestaat waarvan men me vertelde: Onze Lieve Vrouw van de Mandarijnen. Er zijn daar veel mandarijnen, is het niet? En ze zeggen dat zij de patrones is van de dieven [gelach in de zaal]. Ze zeggen dat dieven daar heen gaan om te bidden. En het verhaal luidt –zeggen ze– dat de dieven die tot Maria van de mandarijnen bidden op het moment van hun dood een rij vormen voor Sint Petrus die de sleutels heeft. Hij maakt open en sluit daarna weer, dan laat hij een ander binnen. En als de Madonna een van hen ziet, geeft ze hem een teken om zich te verstoppen. Daarna, als iedereen binnen is, sluit Petrus af. De Madonna komt ’s nachts aan het raam en roept de dief en laat hem door het raam binnen. Het is een volksverhaal, maar mooi: te vergeven met de Moeder naast je, vergeven met de Moeder.
Want deze vrouw en deze man die naar de biechtstoel komen, hebben een Moeder in de hemel die de deur opent en ze helpt hen op dat moment de hemel te betreden. Altijd met de Madonna, want de Madonna helpt ons ook om barmhartigheid te tonen. Ik dank de kardinaal voor deze twee tekens: de sleutels en Onze Lieve Vrouw. Hartelijk dank.
Ik nodig u uit –want het is de tijd– om het Angelus samen te bidden. Angelus Domini… [Zegen]
Zeg nu niet dat dieven naar de hemel gaan! Zeg dat niet! [gelach in de zaal]