Robertus Kard. Sarah - 31 maart 2017
Allereerst wil ik uit de grond van mijn hart de organisatoren bedanken van het Colloquium te Herzogenrath getiteld 'Bron van de toekomst', ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het motu proprio Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007) van paus Benedictus XVI. Zij stellen mij immers in de gelegenheid om uw overwegingen over dit onderwerp, zo belangrijk voor het leven van de Kerk en voor de toekomst van de liturgie in het bijzonder, in te leiden. Ik doe dit dan ook met grote vreugde.
Graag zou ik alle deelnemers aan dit Colloquium hartelijk willen groeten, met name de leden van de volgende organisaties, waarvan de namen op de uitnodiging staan vermeld die u zo vriendelijk was mij toe te zenden, en ik hoop dat ik er geen enkele vergeet. Het betreft Una Voce-Duitsland, het Katholieke Gezelschap van Priesters en Leken van het Aartsbisdom van Hamburg en van Keulen, de Cardinal Newman Society, en het netwerk van priesters van de St. Gertrudisparochie te Herzogenrath.
Zoals ik aan zeereerwaarde heer Guido Rodheudt, pastoor van de St. Gertrudisparochie te Herzogenrath schreef, betreur ik het ten zeerste dat ik vanwege onverwachte verplichtingen bij een toch al overvolle agenda, van deelname aan uw Colloquium heb moeten afzien. Niettemin kunt u ervan verzekerd zijn dat ik in gebed bij u ben: het zal u dagelijks begeleiden, en uiteraard zult u allen aanwezig zijn bij het offertorium van de Heilige Mis dat ik gedurende de vier dagen van uw Colloquium, van 29 maart tot 1 april, dagelijks zal opdragen. Ik zal dus trachten uw werk zo goed mogelijk te voorzien van een korte reflectie over de wijze waarop het Motu Proprio Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007) in eenheid en vrede toegepast kan worden.
Zoals u weet, was hetgeen aan het begin van de 20ste eeuw de 'liturgische beweging' werd genoemd, het streven van de heilige paus Pius X, in een ander Motu Proprio met als titel H. Paus Pius X - Motu Proprio
Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines
Instructie over de gewijde muziek
(20 november 1903) (1903) tot uitdrukking gebracht, om de liturgie te herstellen zodat haar schatten beter bereikbaar zouden worden. Daardoor zou zij opnieuw de bron worden van een authentiek christelijk leven. Vandaar de definitie van liturgie als "bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk" vermeld in de Constitutie over de Heilige Liturgie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) van het Tweede Vaticaans Concilie. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 10 Daarbij kan niet genoeg herhaald worden dat de liturgie als bron en hoogtepunt van de Kerk haar fundament heeft in Christus zelf. Inderdaad is onze Heer Jezus Christus de enige en definitieve Hogepriester van het Nieuwe en Eeuwige Verbond, aangezien Hij zichzelf ten offer heeft gegeven. "Door een offer heeft Hij voor altijd hen die zich laten heiligen tot volmaaktheid gebracht". Vgl. Hebr. 10, 14
Daarom verklaart de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997): "Juist dit Christusmysterie verkondigt en viert de Kerk in haar liturgie, opdat de gelovigen eruit leven en ervan getuigen in de wereld". Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1068 In het kader van de 'liturgische beweging' waarvan de Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) een van de schitterendste vruchten is, moet het Motu Proprio Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007) van 7 juli 2007 beschouwd worden. Met grote blijdschap en dankzegging kunnen we dan ook dit jaar de tiende jaardag van zijn uitvaardiging vieren. We kunnen bevestigen dat de 'liturgische beweging' geïnitieerd door de heilige paus Pius X nooit onderbroken is geweest, en dat deze door de nieuwe impuls die paus Benedictus XVI eraan gegeven heeft, ook in onze dagen voortduurt. Wat dat betreft zij de bijzondere zorg en persoonlijke aandacht vermeld waarvan de paus blijk geeft als hij de heilige liturgie vierde; vervolgens zijn veelvuldig refereren aan haar centrale plaats in het leven van de Kerk; en ten slotte de twee documenten van het hoogste leergezag: Paus Benedictus XVI - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Sacramentum Caritatis
Het Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk
(22 februari 2007) en Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007).
Met andere woorden, wat ook wel het liturgisch aggiornamento wordt genoemd N.v.d.v.: aggiornamento is een Italiaans begrip dat letterlijk 'aanpassing aan de huidige tijd' betekent. In 2013 is het feest van de vijftigste jaardag van de Constitutie over de Heilige Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie Sacrosanctum Concilium gevierd, aangezien deze op 4 december 1963 werd afgekondigd., wordt in zekere zin vervolledigd door het Motu Proprio Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007) van paus Benedictus XVI.
Waar ging het om? De emeritus paus maakte onderscheid tussen twee vormen van dezelfde Romeinse ritus: een zogenaamde 'gewone' ritus, die de liturgische teksten van het Romeins missaal betreft, herzien volgens richtlijnen van het Tweede Vaticaans Concilie, en een als 'buitengewone' ritus aangeduide vorm, dat overeenkomt met de liturgie vóór het liturgisch aggiornamento. Zodoende zijn er in de Romeinse of Latijnse ritus twee Missalen in gebruik: dat van de zalige paus Paulus VI, waarvan de derde uitgave uit 2002 dateert, en dat van de heilige Pius V, waarvan de laatste uitgave, uitgevaardigd door de heilige paus Johannes XXIII, teruggaat tot 1962.
In zijn Paus Benedictus XVI - Brief
Aan de Bisschoppen ter gelegenheid van de Apostolische brief Motu Propriodata Summorum Pontificum over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007), benadrukte paus Benedictus XVI dat zijn besluit om de twee missalen naast elkaar te laten voortbestaan, niet alleen was ingegeven door zijn bedoeling om aan de wens van bepaalde groepen gelovigen tegemoet te komen, die gehecht waren aan de liturgische vormen van voor Vaticanum II, maar ook om een wederzijdse bevruchting van de twee vormen van dezelfde Romeinse ritus te bewerkstelligen. Met andere woorden, paus Benedictus XVI beoogde niet alleen hun vreedzame coëxistentie, maar ook de vervolmaking van beide vormen door de beste elementen uit beide missalen te benadrukken. Zo schreef hij: "De twee gebruiksvormen van de Romeinse liturgie kunnen elkaar wederzijds verrijken. In het oude missaal kunnen en moeten de nieuwe heiligen ingevoegd worden en enkele van de nieuwe prefaties. In de viering van het missaal van Paulus VI kan de sacraliteit, die veel mensen in de oude ritus aantrekt, sterker naar buiten komen dan dat tot nu toe vaak is gebeurd." Paus Benedictus XVI, Brief, Aan de Bisschoppen ter gelegenheid van de Apostolische brief "Motu Propriodata" Summorum Pontificum over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970 (7 juli 2007), 5 Het is derhalve in die termen dat de emeritus paus zijn verlangen te kennen gaf om een 'liturgische beweging' te herlanceren. In de parochies waar het Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007) in werking is gesteld, getuigen de pastoors van een grotere vurigheid, zowel onder de gelovigen als onder de priesters, zoals de zeereerwaarde heer Rodheudt zelf kan beamen. Ook is er een weerslag en een positieve spirituele verandering te bespeuren in de manier waarop de Eucharistievieringen volgens de gewone vorm worden gevierd, in het bijzonder de herontdekking van aanbiddingswijzen ten aanzien van het Heilig Sacrament: knielen, kniebuigingen enzovoort, evenals een grotere devotie vanwege de gewijde stilte die de belangrijke momenten van het Heilig Misoffer behoort te kenmerken, om zo de priesters en gelovigen in staat te stellen het gevierde geloofsmysterie te verinnerlijken. Daarbij is het ook waar dat het nodig is om liturgische en geestelijke vorming bijzonder aan te moedigen en te bevorderen. Eveneens zal een grondig herziene pedagogie bevorderd moeten worden teneinde een bepaald formeel 'rubricisme' te overstijgen, door de riten van de Tridentijnse Mis uit te leggen aan degenen die er niet mee vertrouwd zijn, of die er slechts ten dele mee bekend zijn en die soms ... vooringenomen zijn. Daarvoor is het beslist noodzakelijk om een tweetalig missaal in het Latijn en in de landstaal te ontwikkelen, om een volledige, bewuste, innerlijke en meer vruchtbare deelname van de gelovigen aan de Eucharistievieringen mogelijk te maken. Ook is het zeer belangrijk om door middel van passende liturgische catechese de continuïteit tussen de twee Missalen te onderstrepen ... Veel priesters verklaren dat het om een stimulerende opdracht gaat, want zij zijn zich bewust dat zij aan een liturgische vernieuwing meewerken, door hun eigen steentje bij te dragen aan de 'liturgische beweging' waarover wij eerder spraken, dat wil zeggen, in werkelijkheid dragen zij bij aan die spirituele en mystieke, en daarom missionaire vernieuwing die Vaticanum II voor ogen had en waartoe paus Franciscus ons krachtig oproept.
De liturgie moet zich dus altijd hervormen om zodoende meer trouw te blijven aan haar mystieke essentie. Deze 'hervorming', die het waarachtige 'herstel', zoals bedoeld door Vaticanum II, meestentijds verving, werd echter in een oppervlakkige geest gerealiseerd en slechts op basis van één criterium: ten koste van alles een erfenis afschaffen die gezien moet worden als geheel en al negatief en achterhaald, om zo een kloof te doen ontstaan tussen de periode voor en na het Concilie. Niettemin volstaat het de 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) te hernemen en deze eerlijk te lezen zonder de betekenis geweld aan te doen, om te zien dat het werkelijke oogmerk van Vaticanum II niet was om een hervorming in te luiden die de gelegenheid zou bieden om te breken met de Traditie, maar integendeel, om de Traditie in haar diepste betekenis te hervinden en te bevestigen. Hieruit volgt dat wat de 'hervorming van de hervorming' wordt genoemd, en wat misschien met meer precisie de 'wederzijdse bevruchting der ritussen' genoemd zou moeten worden, om een uitdrukking van het leergezag van Benedictus XVI te hernemen, allereerst een geestelijke noodzakelijkheid is. En uiteraard betreft zij de twee vormen van de Romeinse ritus. De bijzondere zorg die aan de liturgie besteed dient te worden, de noodzaak om haar hoog te achten en om te ijveren voor haar schoonheid, haar sacrale karakter en het behoud van een juist evenwicht tussen trouw aan de Traditie en gerechtvaardigde ontwikkeling, en derhalve het absoluut en rigoureus verwerpen van elke hermeneutiek van discontinuïteit of breuk: deze elementen vormen het hart van iedere authentiek christelijke liturgie. Kardinaal Joseph Ratzinger bleef onvermoeibaar herhalen dat de crisis die de Kerk sinds vijftig jaar treft, voornamelijk sinds het Tweede Vaticaans Concilie, verbonden is met de crisis van de liturgie, en derhalve met gebrek aan respect, met desacralisatie en met het afvlakken van essentiële elementen van de goddelijke eredienst. Hij schrijft: "Ik ben ervan overtuigd dat de crisis in de Kerk die wij heden ten dage meemaken, voor een belangrijk deel berust op de desintegratie van de liturgie". Joseph Ratzinger, Ma vie. Souvenirs 1927-1977, Fayard 2005, p. 135
Het is waar dat Vaticanum II een grotere actieve deelname van het volk van God wenste te bevorderen en onder de gelovigen dag na dag het christelijk leven wilde ontwikkelen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 1 Het is waar dat mooie initiatieven in deze richting zijn ondernomen. Toch kunnen we de ogen niet sluiten voor de catastrofe, de verwoesting en het schisma die de moderne pleitbezorgers van een levende liturgie hebben veroorzaakt door de liturgie van de Kerk volgens hun ideeën om te vormen. Zij zijn vergeten dat de liturgische handeling niet alleen een GEBED is, maar ook en vooral een MYSTERIE, waarin voor ons iets wordt verwezenlijkt dat wij niet helemaal kunnen begrijpen, maar dat wij dienen te aanvaarden en ontvangen in geloof, liefde, gehoorzaamheid en eerbiedige stilte. Dat is de werkelijke betekenis van de actieve deelname van de gelovigen. Het gaat niet om een louter uiterlijke activiteit, om een verdeling van de rollen of functies in de liturgie, maar veeleer om een intens actieve ontvankelijkheid: deze ontvangst is, in Christus en met Christus, de nederige zelfgave in het stille gebed en een volledig contemplatieve houding. De ernstige geloofscrisis, niet alleen op het niveau van de christelijke gelovigen, maar ook en vooral op het niveau van veel priesters en bisschoppen, heeft het ons onmogelijk gemaakt om de Eucharistische liturgie te begrijpen als een offer, identiek aan de handeling eens en voor al door Jezus Christus verricht, dat het Offer aan het Kruis op onbloedige wijze tegenwoordig stelt, over heel de Kerk, doorheen allerlei tijden, plaatsen, volken en naties. Dikwijls is er de neiging de Heilige Mis te reduceren tot een eenvoudige gezamenlijke maaltijd, tot het vieren van een profaan feest en tot een vereren van de eigen gemeenschap, of, erger nog, tot een weerzinwekkende afleiding tegen de angst van een leven dat geen betekenis meer heeft of tegen de vrees om God van aangezicht tot aangezicht te ontmoeten, omdat Zijn blik ontsluiert en ons dwingt de lelijkheid van ons innerlijk echt en onverhuld onder ogen te zien. Maar de Heilige Mis is geen afleiding. Het is het levende offer van Christus, gestorven aan het Kruis, om ons te verlossen van de zonde en van de dood en om de liefde en de glorie van God de Vader te onthullen. Velen weten niet dat het uiteindelijke doel van elke bekering de glorie en aanbidding van God is, het heil en de heiliging van de mensen, aangezien, in de liturgie "God op volmaakte wijze wordt verheerlijkt en de mensen worden geheiligd'. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7 Dit onderricht van het Concilie is bij een meerderheid van de gelovigen - priesters en bisschoppen incluis - onbekend. Evenmin weten zij dat de werkelijke aanbidders van God niet diegenen zijn die volgens hun ideeën en creativiteit de liturgie omvormen om er iets van te maken dat de wereld bevalt, maar degenen die, met het Evangelie, diepgaand de wereld hervormen, om haar toegang te verlenen tot een liturgie als afspiegeling van de liturgie die in alle eeuwigheid in het hemelse Jeruzalem wordt gevierd.
Zoals Benedictus XVI dikwijls onderstreepte, bevindt zich aan de wortel van de liturgie de aanbidding, en dus God. Daarom is het noodzakelijk te erkennen dat de ernstige en diepe crisis die sinds het Concilie de liturgie en de Kerk zelf treft en nog steeds treft, te wijten is aan het feit dat haar CENTRUM niet meer God en zijn aanbidding is, maar de mensen en hun zogenaamde vermogen iets te 'doen' om zich tijdens de Eucharistische vieringen bezig te houden. Zelfs heden ten dage onderschat een belangrijk deel van de geestelijkheid de ernstige crisis waar de Kerk doorheen gaat: relativisme in het onderricht over doctrine moraal en discipline; ernstig misbruik, desacralisatie en trivialisering van de Heilige Liturgie; een zuiver sociale en horizontale visie op de zending van de Kerk. Velen geloven en verklaren luid en duidelijk dat het Tweede Vaticaans Concilie een echte lente in de Kerk heeft veroorzaakt. Onderwijl beschouwt een groeiend aantal geestelijken deze 'lente' als een verwerping, een verloochening van haar eeuwenoude erfenis of zelfs als het radicaal ter discussie stellen van haar verleden en haar Traditie.
Het politieke Europa wordt verweten dat zij haar christelijke wortels prijsgeeft of ontkent. De eerste echter die haar wortels en haar christelijk verleden heeft verloochend, is onmiskenbaar de postconciliaire Katholieke Kerk. Sommige Bisschoppenconferenties weigeren zelfs om de oorspronkelijke Latijnse tekst van het Romeins missaal getrouw te vertalen. Sommigen beweren dat iedere lokale Kerk het Romeins missaal kan vertalen, niet overeenkomstig de geheiligde erfenis van de Kerk en volgens de methode en principes zoals in Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Liturgiam Authenticam
Het gebruik van de volkstaal in de uitgaven van de Romeinse LiturgieVijfde instructie betreffende de juiste uitvoering van de Constitutie over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie (bij art. 36)
(28 maart 2001) aangegeven, maar volgens de fantasieën, ideologieën en culturele expressiemiddelen die, beweren zij, door het volk begrepen en geaccepteerd kunnen worden. Maar het volk wenst juist ingewijd te worden in de sacrale taal van God. Het Evangelie en de Openbaring zelf worden 'gereïnterpreteerd', 'gecontextualiseerd' en aangepast aan de decadente Westerse cultuur. In 1968 schreef de bisschop van Metz in Frankrijk, in zijn diocesane nieuwsbrief, een stuk vol nonsens dat de moedwillige uitdrukking was van een totale breuk met het verleden van de Kerk. Volgens deze bisschop moeten wij heden ten dage het hele concept van Jezus Christus' heil opnieuw bedenken, want de apostolische Kerk en de christelijke gemeenschappen van de eerste eeuwen van het christendom hadden niets van het Evangelie begrepen. Pas vanaf onze tijd wordt de verlossing door Jezus werkelijk begrepen. Hier volgt de gedurfde en verrassende vaststelling van de bisschop van Metz:
"De transformatie van de wereld (verandering van beschaving) leert en vergt een verandering in het concept zelfsvan het heil door Jezus Christus gebracht; deze transformatie onthult ons dat het denken van de Kerk over het plan van God vóór de tegenwoordige verandering, onvoldoende evangelisch was ... Geen enkel tijdsgewricht is zo in staat het evangelisch ideaal van broederlijk leven te begrijpen als het onze". geciteerd door Jean Madiran, L'hérésie du XX siècle, Nouvelles Editions Latines (NEL), 1968, p. 166
Met een dergelijke visie verbazen de kaalslag, vernietiging en oorlogen niet, die volgden en die tot in onze dagen op het liturgische, dogmatische en morele niveau voortduren, er wordt immers beweerd dat geen enkele periode evenveel in staat was om het 'evangelisch ideaal' te begrijpen als de onze. Velen weigeren om het werk van zelfvernietiging van de Kerk door middel van planmatige ontmanteling van haar dogmatische, morele, liturgische en pastorale fundamenten onder ogen te zien. Terwijl meer en meer stemmen van hoge geestelijken opgaan om dogmatische, morele en liturgische dwalingen die honderd keer zijn veroordeeld, obstinaat te bevestigen en zij meewerken aan de afbraak van het weinige geloof dat in het volk van God is overgebleven, terwijl het scheepje van de Kerk de stormachtige zee van deze decadente wereld doorkruist en de golven over het scheepje slaan, waardoor het reeds vol water loopt, schreeuwt een groeiend aantal geestelijken en gelovigen: "Oh, tout va bien, madame la marquise!". ''Alles is prima, mevrouw de markiezin." Refrein van een bekend liedje uit de jaren dertig, waarin de bedienden van een edelvrouwe haar verslag uitbrengen van een reeks calamiteiten.
De werkelijkheid is echter een geheel andere: namelijk, zoals kardinaal Ratzinger het verwoordde:
"Wat de pausen en de Concilievaders verwachtten was een nieuwe katholieke eenheid en in plaats daarvan stevende men af op een SPLIJTING die - om de woorden van paus Paulus VI aan te halen - van zelfkritiek in zelfdestructie overgaat. De verwachting was een nieuw enthousiasme, maar in plaats daarvan verzandde men in verveling en ontmoediging. Verwacht werd een sprong voorwaarts, maar in plaats daarvan kwam men oog in oog met een voortgaand proces van decadentie, dat zich nota bene grotendeels baseerde op de zogenoemde geest van het Concilie en dat op die manier die geest juist steeds meer in discrediet heeft gebracht". Joseph Ratzinger, Entretien sur la foi, p. 30-31
"Heden ten dage durft niemand nog eerlijk en oprecht de manifestaties van crises en van liturgische oorlogen te betwisten waartoe het Tweede Vaticaans Concilie geleid heeft" Joseph Ratzinger, Principes de la théologie catholique, Téqui 1985, p. 413
Vandaag de dag gaat men door met het fragmenteren en verwoesten van het heilige Missale Romanum door het uit te leveren aan culturele veelsoortigheid en aan de vervaardigers van liturgische teksten.
Op deze plek verheugt het mij te feliciteren met het geweldige en prachtige werk, door middel van Vox Clara, dat door de Engelstalige Bisschoppenconferenties, door de Spaans- en Koreaanstalige Bisschoppenconferenties, en door andere is verricht, die het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Missale Romanum
Editio typica tertio emendata 2002/2008 (6 oktober 2008) getrouw en in volledige overeenstemming met de richtlijnen en principes van Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Liturgiam Authenticam
Het gebruik van de volkstaal in de uitgaven van de Romeinse LiturgieVijfde instructie betreffende de juiste uitvoering van de Constitutie over de Liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie (bij art. 36)
(28 maart 2001) hebben vertaald. De Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten heeft hun de recognitio (goedkeuring) verleend.
Naar aanleiding van de publicatie van mijn boek God of niets kreeg ik vragen over deze 'liturgische oorlog', die katholieken decennia lang te vaak verdeelt. Ik heb bevestigd dat het om een aberratie gaat, want de liturgie is het domein par excellence waarin katholieken de eenheid zouden moeten ervaren in de waarheid, in het geloof en in de liefde, en dat het dientengevolge ondenkbaar is om de liturgie te vieren met in het hart gevoelens van broedertwist en rancune. Trouwens, heeft Jezus zelf niet zeer veeleisende woorden gesproken over de noodzaak om zich met zijn broeder te verzoenen alvorens zijn gave naar het altaar te brengen? Vgl. Mt. 5, 23-24 Want: ''Van haar kant spoort de liturgie de gelovigen aan om, gevoed met de 'paasgeheimen, eendrachtig in liefde' te zijn". Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Postcommunio van de Paasnachtwake en van Pasen; zij bidt, dat "zij in hun levenswandel mogen bewaren, wat zij door het geloof hebben ontvangen" Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). Oratie van dinsdag na Pasen En de vernieuwing van het verbond van de Heer met de mensen in de Eucharistie dringt de gelovigen, Christus vurig lief te hebben en ontsteekt die liefde in hen. Uit de liturgie dus, en vooral uit de Eucharistie, stroomt ons de genade toe als uit een bron, en zij voert op de meest doeltreffende wijze tot die heiliging van de mensen en tot die verheerlijking van God in Christus, waarop alle andere werken van de Kerk als op hun doel gericht zijn". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 10
In deze ontmoeting met God 'van aangezicht tot aangezicht', die de liturgie is, moet ons hart gezuiverd zijn van alle vijandigheid, wat vooronderstelt dat een ieder met zijn eigen gevoeligheid gerespecteerd dient te worden. In concreto betekent dit: ook al moet opnieuw worden bevestigd dat het Tweede Vaticaans Concilie nooit heeft gevraagd om tabula rasa te maken met het verleden en dus om het zogeheten H. Paus Johannes XXIII - Apostolische Constitutie
Missale Romanum ex auctoritate Joanne XXIII, P.P. (23 juni 1962) af te schaffen, die zoveel heiligen heeft voortgebracht - om slechts de volgende drie bewonderenswaardige priesters te noemen, de heilige Jean-Marie Vianney, pastoor van Ars, de heilige Padre Pio en de heilige Josemaria Escriva de Balaguer - tegelijkertijd is het essentieel om de liturgische vernieuwing, zoals bedoeld door hetzelfde Concilie, te bevorderen en daarmee de liturgische boeken, geactualiseerd volgens de Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963), in het bijzonder het zogeheten Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Missale Romanum
Editio typica tertio emendata 2002/2008 (6 oktober 2008).
En ik voeg daaraan toe, of nu de gewone of de buitengewone ritus wordt gevierd, dat het vooral van belang is, om de gelovigen datgene te brengen waar zij recht op hebben: de schoonheid van de liturgie, haar heiligheid, de stilte, de aandacht, de mystieke dimensie en de aanbidding. De liturgie moet ons voor het aangezicht van God plaatsen, in een persoonlijke verhouding en met een intense vertrouwdheid. Zij moet ons onderdompelen in de intimiteit van de Zeer Heilige Drie-eenheid.
Over de usus antiqaior (de oudere vorm van de H. Mis) zegt paus Benedictus XVI in zijn Paus Benedictus XVI - Brief
Aan de Bisschoppen ter gelegenheid van de Apostolische brief Motu Propriodata Summorum Pontificum over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007).
"Onmiddellijk na het Tweede Vaticaans Concilie kon men veronderstellen dat de vraag naar het gebruik van het missaal van 1962 beperkt zou blijven tot de oudere generatie die ermee was opgegroeid. Intussen is echter duidelijk geworden dat ook jongeren deze liturgische vorm ontdekken, zich tot haar aangetrokken voelen en in deze liturgische vorm een wijze van ontmoeting met het Mysterie van de Meest Heilige Eucharistie vinden die voor hen bijzonder geschikt is."
Het gaat om een ontegenzeglijke realiteit, een waar teken van onze tijd. Als jongeren afwezig zijn bij de heilige liturgie, moeten wij ons afvragen: waarom? We moeten ervoor zorgen dat de vieringen volgens de usus recentior (de nieuwere vorm van de H. Mis) deze ontmoeting eveneens mogelijk maken, dat zij mensen leiden op de weg van de via pulchritudinis ( de weg van de schoonheid), die door haar heilige riten naar de levende Christus leidt en naar de werken in Zijn Kerk van vandaag. Immers de Eucharistie is niet een soort 'maaltijd tussen vrienden', een gastvrij maal van de gemeenschap, maar een heilig Mysterie, het grote mysterie van ons geloof, de viering van de Verlossing door Onze Heer Jezus Christus, de gedachtenis van de dood van Jezus aan het kruis om ons te bevrijden van onze zonden. Daarom is het passend om de Heilige Mis met de schoonheid en de vurigheid van een heilige pastoor van Ars, een Padre Pio of een Josemaria te vieren, en het is de conditio sine qua non om 'van bovenaf', als ik het zo mag zeggen, een liturgische verzoening te bereiken. vgl. het interview met de katholieke website Aleteia op 4 maart 2015
Ik weiger derhalve krachtig om onze tijd te verspillen met de ene liturgie tegenover de andere te stellen, of het H. Paus Johannes XXIII - Apostolische Constitutie
Missale Romanum ex auctoritate Joanne XXIII, P.P. (23 juni 1962) tegenover Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Missale Romanum
Editio typica tertio emendata 2002/2008 (6 oktober 2008). Het gaat er veeleer om in de grote stilte van de liturgie te treden en verrijkt te worden door alle liturgische vorm, of zij nu Latijns of Oosters zijn. Want zonder deze mystieke dimensie van de stilte en zonder een contemplatieve geest, blijft de liturgie een aanleiding tot haatvolle verscheurdheid, tot ideologische confrontaties en tot publieke vernederingen van de zwakken door degenen die voorwenden een autoriteit te vertegenwoordigen, in plaats van de plek te zijn van onze eenheid en van onze gemeenschap in Christus. Dus, in plaats van dat de liturgie een aanleiding is om ons tegen elkaar af te zetten en elkaar te hekelen, zou de liturgie ons gezamenlijk moeten brengen tot de eenheid in geloof en tot de ware kennis van de Zoon van God, tot de staat van de volmaakte Mens, tot de gehele omvang van de volheid van Christus ... en, levend in de waarheid van de liefde, zullen wij in Christus groeien om ons in alles te verheffen tot Hem, die het Hoofd is Vgl. Ef. 4, 13-15
vgl. Interview met La Nef, oktober 2016, vr. 6 Zoals u weet gebruikte de grote Duitse liturgist mgr. Klaus Gamber (1919-1989) het woord Heimat om dit gemeenschappelijk huis of 'klein vaderland' van de katholieken, verenigd rondom het altaar van het Heilig Offer, aan te duiden. De zin voor het heilige dat de riten van de Kerk doordrenkt en bevloeit, is de onlosmakelijke wisselwerking van de liturgie. Echter, in de afgelopen decennia zijn zeer veel gelovigen misleid, of ernstig verward geraakt door vieringen die zich kenmerkten door een oppervlakkig en verwoestend subjectivisme, waardoor zij hun Heimat, hun gemeenschappelijk huis, niet meer herkenden en waardoor de jongeren het zelfs nooit hebben gekend! Hoevelen zijn er niet zachtjes weggeslopen, met name de geringsten en armsten onder hen! In zekere zin zijn zij 'liturgisch thuislozen' geworden.
De 'liturgische beweging' waar de twee vormen mee in verband worden gebracht, heeft dus als doel om hun Heimat' te herstellen, en om hen zo terug te brengen in hun gezamenlijk huis, want we weten heel goed dat kardinaal Joseph Ratzinger in zijn sacramentale theologie, ver voor de verschijning van Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007), heeft aangetoond dat de crisis in de Kerk en derhalve de crisis van de verzwakking van het geloof, voor een belangrijk deel te wijten is aan de manier waarop wij de liturgie behandelen, volgens het aloude adagium: lex orandi, lex credendi (de wet van het bidden is de wet van het geloven). In het voorwoord voor het meesterwerk van mgr. Gamber, Die Reform der römischen Liturgie, schreef de toekomstige paus Benedictus XVI het volgende, ik citeer:
"Een jonge priester vertelde mij kort geleden: 'Wat wij vandaag de dag nodig hebben is een nieuwe liturgische beweging.' Dat was een uiting van bezorgdheid die alleen moedwillig oppervlakkige geesten tegenwoordig nog zouden wegwuiven. Wat deze priester belangrijk vond, was niet om nieuwe en uitdagende vrijheden te veroveren: welke vrijheid had men zich inmiddels niet toegeëigend? Hij voelde dat wij een nieuw begin nodig hadden vanuit de intimiteit van de liturgie, zoals de liturgische beweging dat wilde toen zij op het hoogtepunt was van haar ware zending, toen het er niet om ging teksten in elkaar te zetten of om handelingen en vormen uit te vinden, maar om het levende centrum te ontdekken, om tot het eigenlijke weefsel van de liturgie door te dringen, opdat de uitvoering daarvan zou ontstaan uit haar eigen wezen. In haar concrete verwezenlijking is zij steeds verder afgedwaald van haar bron. Het resultaat was niet een herleving, maar een verwoesting. Aan de ene kant verwordt een gedegenereerde liturgie tot een show, waarin men probeert religie interessant te maken met behulp van moderne uitvindingen en moreel pakkende uitspraken, resulterend in een kortstondig succes voor het liturgiemakersgilde, en een des te sterkere terughoudendheid bij degenen die in de liturgie niet een geestelijke 'showmaster' zoeken, maar een ontmoeting met de levende God voor Wie elk 'maaksel' onbeduidend wordt, aangezien alleen die ontmoeting in staat is ons tot de ware rijkdom van het zijn te brengen. Aan de andere kant is er het behoud van rituele vormen waarvan de grootsheid ontroert, maar dat, in extrema doorgevoerd, een koppig isolement openbaart dat uiteindelijk slechts droefheid achterlaat. Zeker, tussen deze twee polen bevinden zich alle priesters en hun parochianen die de nieuwe liturgie met respect en plechtigheid vieren; maar zij worden in twijfel getrokken door de tegenstelling tussen de twee extremen, en het gebrek aan interne eenheid in de Kerk doet hun trouw, in veel gevallen ten onrechte, voorkomen als een simpele persoonlijke variant van neo-conservatisme. Daar dit de situatie is, is een nieuwe spirituele impuls nodig opdat de liturgie voor ons opnieuw een bindend gebeuren van de Kerk wordt en bevrijd wordt van willekeur. Een dergelijke liturgische beweging kan niet 'gemaakt worden' - evenmin als iets levends 'gemaakt kan worden' - maar we kunnen wel aan haar ontwikkeling bijdragen door opnieuw te proberen de geest van de liturgie te assimileren en door openlijk te verdedigen wat op die wijze wordt ontvangen."
Ik denk dat dit lange citaat, zo treffend en helder, u zal interesseren, aan het begin van dit Colloquium, en ook zal bijdragen aan het nadenken over 'de bron van de toekomst' ('die Quelle der Zukunft') van het Motu Proprio Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007). Inderdaad, laat ik u een overtuiging doorgeven die ik sedert lang met mij meedraag: de Romeinse liturgie, verzoend in zijn twee vormen, een verzoening die zelf de 'vrucht van een ontwikkeling' is, zoals een andere grote liturgist Joseph Jungmann (1889-1975) het verwoordde, kan het beslissende proces van de 'liturgische beweging' in werking zetten waarop zoveel priesters en gelovigen al zo lang wachten.
Waar moeten we beginnen? Staat u mij toe u de drie navolgende wegen voor te stellen die ik samenvat met drie letters: SAV: stilte-aanbidding-vorming in het Nederlands, en in het Duits: SAA: Stille-Anbetung-Ausbildung.
Allereerst: de sacrale stilte, zonder welke ontmoeting met God niet mogelijk is. In mijn boek Robertus Kard. Sarah - Nicolat Diat
La Force du Silence - contre la dictature du bruit () schrijf ik:
"In de stilte verwerft de mens zijn waardigheid en grootsheid alleen wanneer hij geknield is om naar God te luisteren en Hem te aanbidden". Robertus Kard. Sarah - Nicolat Diat, La Force du Silence - contre la dictature du bruit, 66. (nr. 66)
Vervolgens: aanbidding; dienaangaande citeer ik mijn persoonlijke spirituele ervaring in ditzelfde boek Robertus Kard. Sarah - Nicolat Diat
La Force du Silence - contre la dictature du bruit ():
"Wat mij betreft, ik weet dat de belangrijkste momenten van mijn dag gelegen zijn in die onvergelijkelijke uren die ik in het schemerdonker geknield voor het Zeer Heilig Sacrament van het Lichaam en Bloed van Onze Heer Jezus Christus doorbreng. Dan ben ik als het ware in God verzwolgen en aan alle kanten omgeven door Zijn stille aanwezigheid. Ik zou alleen nog aan God willen toebehoren en in de zuiverheid van zijn Liefde willen vertoeven. En toch besef ik hoe armzalig ik ben, hoe ver nog van het liefhebben van de Heer zoals Hij mij heeft liefgehad, tot aan zijn volledige zelfgave voor mij". Robertus Kard. Sarah - Nicolat Diat, La Force du Silence - contre la dictature du bruit, 54. (nr. 54)
Ten slotte: liturgische vorming, gebaseerd op geloofsverkondiging of catechese die refereert aan de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997), wat ons beschermt tegen eventuele min of meer geleerde bedenksels van sommige theologen op zoek naar 'nieuwigheden'. Dat is wat ik hierover gezegd heb in wat tegenwoordig, niet zonder een bepaalde humor, het Robertus Kard. Sarah - Toespraak
Naar een authentieke interpretatie van Sacrosanctum Concilium
Opening van het Internationale Congres Sacra Liturgia UK 2016
(5 juli 2016) van 5 juni 2016 wordt genoemd, ter gelegenheid van het Derde Internationaal Congres van Sacra Liturgia:
"De liturgische vorming is bovenal en voornamelijk een onderdompeling in de liturgie, in het diepe mysterie van God. Het gaat erom de liturgie te beleven in al haar dimensies, om met diepe teugen van haar bron te drinken en zo blijvend te dorsten naar vrede, naar ordening en schoonheid, naar stilte en contemplatie, naar jubel en aanbidding, naar de kracht die ons innig verbindt met Degene die in en door de sacrale riten van de Kerk werkzaam is" Robertus Kard. Sarah, Toespraak, Opening van het Internationale Congres Sacra Liturgia UK 2016, Naar een authentieke interpretatie van Sacrosanctum Concilium (5 juli 2016), 35. (Robert kardinaal Sarah: Derde Internationaal Congres van Sacra Liturgia, Londen. Lezing van 5 juni 2016.
Het is in deze algehele samenhang en in een geest van vertrouwen en van diepe verbondenheid met de gehoorzaamheid van Christus op het Kruis, dat ik u nederig vraag om met grote zorgvuldigheid Paus Benedictus XVI - Motu Proprio
Summorum Pontificum
Over het gebruik van de Romeinse Liturgie voorafgaand aan de hervorming van 1970
(7 juli 2007) toe te passen; niet als een negatieve, achterhaalde maatstaf, op het verleden gericht, noch als iets wat muren bouwt en een ghetto creeërt, maar als een belangrijke en werkelijke bijdrage aan het huidige en toekomstige liturgisch leven van de Kerk, evenals aan de liturgische beweging van onze tijd, waaruit meer en meer mensen, met name jongeren, zoveel ware, goede en schone zaken putten.
Ik zou deze inleiding willen besluiten met de verlichte woorden van Benedictus XVI die hij in 2008 aan het eind van zijn homilie ter gelegenheid van het Hoogfeest van de HH. Petrus en Paulus uitsprak:
"Wanneer de wereld, in zijn geheel, liturgie van God geworden is, wanneer hij, in zijn wezen, aanbidding geworden is, dan zal hij zijn doel hebben bereikt, dan zal hij behouden blijven." Paus Benedictus XVI, Homilie, Pontificale concelebratie op het Hoogfeest van de Heilige Apostelen Petrus en Paulus in de St. Pieter, met aanwezigheid van Oecuemenische Patriarch van Constantinopel Bartholomeus I, Naar Rome gaan is onderdeel van de missie van de H. Paulus (29 juni 2008)
Ik dank u voor uw welwillende aandacht. En moge God u zegenen en uw leven vullen met Zijn stille Aanwezigheid!