Paus Franciscus - 7 februari 2015
Dierbare broeders en zusters,
Ik ontvang u met genoegen bij de afsluiting van uw voltallige zitting voor reflectie en onderzoek rond het thema “Vrouw en cultuur: gelijkheid en verscheidenheid”. Ik dank kardinaal Ravasi voor zijn woorden in uw aller naam. Ik zou mijn dank bijzonder willen uitdrukken aan de aanwezige vrouwen maar ook aan alle vrouwen – en zij zijn talrijk – die op verschillende manieren hebben bijgedragen tot de voorbereiding en realisatie van deze werkzaamheden.
Het thema dat u gekozen heeft, ligt mij aan het hart; reeds bij verschillende gelegenheden kon ik het ter sprake brengen en uitnodigen het te verdiepen. Het gaat om de bestudering van criteria en nieuwe modaliteiten zodat vrouwen niet de indruk hebben geherbergd te zijn, maar dat zij in verschillende middens volkomen kunnen deelnemen van het sociale en kerkelijke leven. De Kerk is vrouwelijk, de Kerk is “zij”, niet “hij”. Dit is een uitdaging die niet langer kan uitgesteld worden. Ik zeg dit tot de herders van de Christengemeenschap, die de universele Kerk vertegenwoordigen, maar ook tot de vrouwelijke en mannelijke leken die op verscheiden wijzen geëngageerd zijn in cultuur, onderwijs, economie, politiek, in de wereld van de arbeid, in gezinnen en religieuze instellingen.
De thematische ordening die u voor het verloop van deze dagen gepland heeft – een arbeid die ook in de toekomst zal vervolgd worden – laat mij toe u een weg aan te wijzen, u enkele richtlijnen te geven om deze arbeid tot ontplooiing te brengen in de wereld, in het hart van alle culturen, in de dialoog met de verschillende godsdienstige belijdenissen.
Het eerste thema is: Tussen gelijkheid en verschillen: het zoeken van een evenwicht. Doch, een evenwicht dat harmonieus is, niet alleen evenwichtig. Dit aspect mag niet ideologisch aangepakt worden, want de “wolf” van de ideologie verhindert een goede kijk op de werkelijkheid. De gelijkheid en verscheidenheid van de vrouw – zoals trouwens die van de man – worden beter gezien in het perspectief van een “met”, van een relatie, dan van het “tegen”. Reeds lang hebben wij, tenminste in de Westerse samenlevingen, het model van sociale ondergeschiktheid van de vrouw tegenover de man, de rug toegekeerd, een eeuwenoud model waarvan de negatieve effecten echter nooit helemaal uitgezuiverd zijn.Wij zijn ook een tweede model tegengekomen, dat van de mechanisch toegepaste volstrekte gelijkheid (parità) en dat van de absolute gelijkheid (uguagkianze). Zo heeft zich een nieuw paradigma gevormd, dat van de wederzijdsheid in de gelijkwaardigheid en in het verschil. Dus, de man-vrouw relatie zou moeten erkennen dat zowel de ene als de andere nodig is, want ja, zij bezitten een identieke natuur maar met eigen modaliteiten. De ene is nodig voor de andere en omgekeerd, zodat er werkelijk totaliteit van de persoon zou zijn.
Tweede thema: Voortplanting als symbolische code. Zij richt een intense blik op alle moeders, verruimt de horizon voor het doorgeven of de bescherming van het leven, wat niet beperkt is tot de biologische sfeer, en die wij in vier werkwoorden kunnen samenvatten: verlangen, ter wereld brengen, zorg dragen en laten weggaan.
Op dat gebied heb ik de bijdrage van zo veel vrouwen die werkzaam zijn in het gezin, op het vlak van geloofsopvoeding, in de pastoraal, in de schoolopleiding, maar ook in sociale, culturele en economische structuren aangetoond en aangemoedigd. U, vrouwen, u weet de zachte kant van God, Zijn barmhartigheid, te belichamen, die zich vertaalt in de beschikbaarheid om eerder tijd te geven dan plaats in te nemen, te onthalen in plaats van uit te sluiten. In die zin, is het mij een genoegen de vrouwelijke dimensie van de Kerk te beschrijven als de ontvangende schoot die het leven vernieuwt.
Derde thema: Het vrouwelijk lichaam tussen cultuur en biologie, brengt ons de schoonheid en harmonie van het lichaam in herinnering die God aan de vrouw gegeven heeft, maar ook de pijnlijke wonden die haar, soms met hatelijk geweld, als vrouw toegebracht worden. Als symbool van het leven wordt het vrouwelijk lichaam, en dat gebeurt helaas niet zelden, aangevallen en verminkt juist door degenen die juist hun behoeders en levensgezellen zouden moeten zijn.
De vele vormen van slavernij, marchanderen, verminking van het lichaam van de vrouw, engageren ons dus om deze vorm van ontering te bestrijden, die haar herleidt tot een gewoon verkoopvoorwerp op de verschillende markten. In deze context zou ik de aandacht willen trekken op de pijnlijke situatie van zo veel arme vrouwen, verplicht om in gevaarlijke omstandigheden te leven van uitbuiting, gedwongen naar de marge van de samenleving, en tot slachtoffer gemaakt van een cultuur van uitsluiting.
Vierde thema: Vrouwen en godsdienst: nieuwe vormen afwijzen of zoeken van deelname aan het leven van de Kerk? Hier worden de gelovigen op een bijzondere manier geïnterpelleerd. Ik ben overtuigd van de noodzaak aan de vrouw ruimte te bieden in het leven van de Kerk en hen daarin op te nemen, rekening houdend met culturele en sociale gevoeligheden die specifiek zijn en een ingrijpende verandering kennen. Bijgevolg is een meer verspreide en ingrijpende aanwezigheid van de vrouw nodig in gemeenschappen, zodat wij veel vrouwen kunnen zien die geëngageerd zijn in pastorale verantwoordelijkheden, begeleiding van personen, gezinnen en groeperingen, en ook in de theologische reflectie.
Men mag de onvervangbare rol van de vrouw in het gezin niet vergeten. De gaven van fijngevoeligheid, bijzondere gevoeligheid en tederheid waar de vrouwelijke ziel rijk aan is, zijn niet alleen een authentieke kracht in het gezinsleven, voor de verspreiding van een klimaat van sereniteit en harmonie, maar ook een werkelijkheid zonder dewelke de roeping van de mens niet realiseerbaar zou zijn.
Bovendien gaat het erom de efficiënte aanwezigheid van vrouwen aan te moedigen en te bevorderen op vele gebieden van het publieke domein, in de wereld van de arbeid en op plaatsen waar de belangrijkste beslissingen genomen worden, en tegelijk hun aanwezigheid te handhaven en de aandacht die hun voorliefde wegdraagt, bijzonder in en voor het gezin. Het is niet nodig dat vrouwen dit gewicht en het nemen van beslissingen alleen dragen, maar alle instituten, ook de Kerkgemeenschap, zijn geroepen keuzevrijheid te waarborgen voor de vrouw, opdat zij de mogelijkheid zou hebben sociale en Kerkelijke verantwoordelijkheden op zich te nemen in een wereld die in harmonie is met het gezinsleven.
Dierbare vriendinnen en vrienden, ik moedig u aan deze werkzaamheid te vervolgen, die ik toevertrouw aan de voorspraak van de Allerzaligste Maagd Maria, concreet en subliem voorbeeld van een vrouw en moeder. Alstublieft, wil voor mij bidden. Ik zegen u van ganser harte. Dank u.