Paus Franciscus - 24 januari 2015
De wil om de eenheid tussen de Christenen te herstellen is natuurlijk in alle Kerken aanwezig en interesseert zowel geestelijken als leken. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964), 5 Maar het religieuze leven, dat zijn oorsprong vindt in de wil van Christus en de traditie die gemeenschappelijk is aan de onverdeelde Kerk, ziet ongetwijfeld een bijzondere roeping in de bevordering van deze eenheid. Het is trouwens geen toeval dat vele pioniers van de oecumene Godgewijde mannen en vrouwen waren. Vandaag nog, wijden meerdere religieuze gemeenschappen zich intens aan dit doel en zijn bevoorrechte plaatsen van ontmoeting tussen Christenen van verschillende tradities. In deze context zou ik tevens de oecumenische gemeenschappen willen vermelden zoals die van Taizé en Bose, die beide op dit colloquium aanwezig zijn. Eenheid zoeken met God en eenheid in de broedergemeenschap maakt deel uit van het religieuze leven, het is een manier om het gebed van de Heer, “mogen allen één zijn” (Joh. 17, 21), op een voorbeeldige wijze te beantwoorden.