PASTOR BONUSOver de hervorming van de Romeinse Curie
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Constitutie)
H. Paus Johannes Paulus II -
28 juni 1988
§ 1. De bevoegdheden van deze Congregatie strekt zich tot alle aangelegenheden uit, die de Oosterse Kerken eigen zijn, en die aan de Apostolische Stoelen moeten worden voorgelegd, zowel wat betreft de structuur en ordening van de Kerken, als wat betreft de uitoefening van de verkondigings-, heiligings- en regeertaak, als wat betreft de personen en hun status, hun rechten en plichten. Ze vervult ook alle zaken wat betreft de vijfjaarlijkse rapportage en wat betreft de "ad limina"-bezoeken overeenkomstig hetgeen de artikelen
31 en
32 bepalen.
§ 2. Behouden blijven echter de eigen en exclusieve bevoegdheden van de
Congregaties van de Geloofsleer, en
van de Heiligverklaringen, van de
Apostolische Penitentiaria, van het
Hoogste Gerecht van de Apostolische Signatuur en van de
Rechtbank van de Romeinse Rota, en ook van de
Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten wat betreft de dispensatie voor gesloten en niet-voltrokken huwelijken.
In aangelegenheden, die ook de gelovigen van de Latijnse Kerk aangaan, handelt de Congregatie, als de aard van de zaak dat vraagt, in gemeenschappelijk overleg met het Dicasterie dat voor die aangelegenheid voor de gelovigen van de Latijnse Kerk bevoegd is.
De Congregatie richt zich met aandachtige zorgzaamheid op de gemeenschappen van de oosterse Christengelovigen die zich binnen de afgebakende gebieden van de Latijnse Kerk bevinden, en zij draagt met Visitatoren zorg voor hun spirituele behoeften, en zeker ook, waar het aantal gelovigen en de omstandigheden dit met zich meebrengen, voor zover mogelijk, door een eigen Hiƫrarchie, in gemeenschappelijk overleg met de Congregatie die in dat gebied bevoegd voor de oprichting van particuliere Kerken.