Overeenkomstig de eerbiedwaardige traditie en volgens de rechtsvoorschriften, verlangen de Bisschoppen die particuliere Kerken voorzitten, op de vastgestelde tijd, het bezoek van de Apostelen, en leggen bij die gelegenheid aan de Paus het verslag over de staat van het bisdom voor.
Deze bezoeken zijn voor het leven van de Kerk van bijzonder belang, omdat ze immers als het ware het hoogtepunt bewerken van de relatie van ieder particuliere Kerk met de Paus. Hij behandelt dan immers, wanneer hij zijn broeders in het Episcopaat ontvangt, met hen de aangelegenheden die het welzijn van de Kerken en het herdersambt van de Bisschoppen aangaan, en hij bevestigt en bestendigt hen in geloof en liefde; waardoor op zekere wijze de band van de hiërarchische gemeenschap wordt versterkt en ook de eenheid van het college van Bisschoppen openlijk wordt getoond.
De 'Ad Limina'-bezoeken betreffen ook de Dicasteriën van de Romeinse Curie. Hiermee wordt immers de vruchtbare dialoog tussen de Bisschoppen en de Apostolische Stoel verbeterd en verdiept, wederzijdse informaties worden uitgewisseld, adviezen en nuttige voorstellen worden aangedragen tot groter welzijn en welvaart van de Kerken en ook voor het bewaren van de gemeenschappelijke discipline van de Kerken.
Met oprechte zorg en passend worden de bezoeken gehouden, zodat de drie principiële graden ervan blijken, te weten het pelgrimsbezoek aan de graven van de Prinsen der Apostelen en de verering ervan, de samenkomst met de Paus, en ook de gesprekken bij de Dicasteriën van de Romeinse Curie, dat deze vruchtbaar verlopen en een voorspoedig einde hebben.
Voor dit doel wordt het rapport over de staat van het bisdom zes maanden voor de vastgestelde tijd van het bezoek aan de Heilige Stoel gezonden. Door de bevoegde Dicasteriën wordt alles met aandacht onderzocht en hun opmerkingen worden aan de bijzondere hiervoor opgerichte vergadering medegedeeld, zodat een korte samenvatting wordt voorbereid van alle aangelegenheden, die in de gesprekken onder ogen moeten worden gezien.