18 november 1965
De heilige Overlevering en de Heilige Schrift zijn dus nauw met elkaar verbonden en hebben innig deel aan elkaar. Want beide, voortkomend uit dezelfde goddelijke bron, vloeien als het ware ineen en zijn gericht op hetzelfde doel. De Heilige Schrift immers is het spreken van God in zover dit onder de ingeving van de Heilige Geest schriftelijk wordt vastgesteld; de heilige Overlevering geeft het woord Gods, dat door Christus, de Heer, en de Heilige Geest aan de apostelen is toevertrouwd, ongerept door aan hun opvolgers, opdat zij, voorgelicht door de Geest der waarheid, dit door hun prediking trouw zouden bewaren, verklaren en verbreiden. Bijgevolg is de Heilige Schrift niet de enige bron, waaruit de Kerk haar zekerheid put omtrent al het geopenbaarde. Derhalve moet men beide met eenzelfde liefde en eenzelfde eerbied aanvaarden en vereren. Concilie van Trente, 4e Zitting - Decreet over de Heilige Geschriften en de overleveringen van de apostelen, Sessio IV - Recipiuntur Libris Sacris et de traditionibus recipiendis (8 apr 1546), 1
De heilige Overlevering en de Heilige Schrift vormen één heilige schat van het woord Gods, die aan de Kerk is toevertrouwd. En door vast te houden aan deze geloofsschat volhardt het gehele volk, in vereniging met zijn herders, voortdurend in de leer van de apostelen en in het gemeenschappelijk leven, in het breken van het brood en het gebed Vgl. Hand. 2, 42. Griekse tekst , zodat er tussen bisschoppen en gelovigen een uitzonderlijke eensgezindheid ontstaat in het bewaren, beleven en belijden van het overgeleverde geloof. Paus Pius XII, Apostolische Constitutie, Dogma verklaring Maria Tenhemelopneming, Munificentissimus Deus (1 nov 1950), 9.12. samengevat door de woorden van S. Cyprianus H. Cyprianus van Carthago, Brieven, Epistolae. 66, 8: Hartel, III, B, p. 733:"De Kerk is het volk, dat één is met zijn priester, en de kudde, die vasthoudt aan haar herder."
De taak nu om op authentieke wijze het geschreven of overgeleverde Vgl. 1e Vaticaans Concilie, 3e Zitting - Dogmatische Constitutie over het Katholieke Geloof, Dei Filius (24 apr 1870), 13 woord Gods te verklaren is alleen aan het levend leerambt van de Kerk toevertrouwd Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over de Heilige Liturgie, Mediator Dei et hominum (20 nov 1947), 18, dat zijn gezag uitoefent in naam van Jezus Christus. Dit leerambt echter staat niet boven het woord Gods maar is de dienaar er van door alleen te leren wat overgeleverd is, voorzover het namelijk dit overgeleverde krachtens goddelijke opdracht en onder de bijstand van de Heilige Geest, met eerbied aanhoort, heilig bewaart en trouw uiteenzet, en doordat het uit deze éne geloofsschat alles put, wat het als door God geopenbaard te geloven voorhoudt.
Het is dus duidelijk dat de heilige Overlevering, de Heilige Schrift en het leerambt van de Kerk krachtens Gods alwijze raadsbesluit zó met elkaar verbonden zijn en samengaan, dat het ene niet kan bestaan zonder de twee andere en dat ze alle tezamen, elk op zijn wijze, onder de werking van de éne Heilige Geest, het heil van de zielen krachtig bevorderen.