7 december 1965
Maar de mensen, die de politieke gemeenschap samenbindt, zijn talrijk en verschillend, en zij hebben het recht om verschillende opvattingen te huldigen. Om nu te voorkomen, dat de politie gemeenschap uiteen valt, doordat iedereen zijn eigen mening volgt, is er een gezag nodig, dat de krachten van alle burgers op het algemeen belang richt, niet op een machinale of despotische wijze, maar allereerst als een morele macht die steunt op de vrijheid en op het besef van de aanvaarde taak en verantwoordelijkheid.
Het is dus duidelijk, dat de politieke gemeenschap en het publiek gezag hun grondslag hebben in de menselijke natuur en daarom behoren tot de door God vastgestelde orde, ofschoon de keuze van de staatsvorm en de aanwijzing van de gezagdragers worden overgelaten aan de vrije wil van de burgers. Vgl. Rom. 13, 1-5
Daaruit volgt eveneens, dat de uitoefening van het politiek gezag, hetzij in de gemeenschap als zodanig, hetzij in de organen die de staat vertegenwoordigen, altijd moet gebeuren binnen de grenzen van de morele orde en gericht moet zijn op het algemeen welzijn – en dit dynamische gezien -, overeenkomstig een wettig vastgestelde of nog vast te stellen juridische orde.
Dan zijn de burgers in geweten verplicht tot gehoorzaamheid. Vgl. Rom. 13, 5 Zo blijkt dan ook de verantwoordelijkheid, de waardigheid en de belangrijke taak van de bestuurders.
Als echter het publieke gezag zijn bevoegdheid te buiten gaat en de burgers onderdrukt, laten deze laatsten dan niet weigeren, wat, objectief genomen, door het algemeen welzijn wordt vereist, maar laten zij dan tevens hun eigen rechten en die van hun medeburgers mogen verdedigen tegen het machtsmisbruik, met eerbiediging van de grenzen van de natuurwet en het Evangelie.
De concrete vormen echter, waarin een politieke gemeenschap haar eigen structuur en de omschrijving van het publieke gezag regelt, kunnen verschillen naar gelang van het karakter van ieder volk en van zijn historische ontwikkeling. Maar ze moeten altijd gericht zijn op de vorming van een volgroeide en vreedzame mens, die welwillend staat tegenover iedereen, tot voordeel van heel de mensenfamilie.