GAUDIUM ET SPESOver de Kerk in de wereld van deze tijd
(Soort document: 2e Vaticaans Concilie - Constitutie)
7 december 1965
De investeringen van hun kant moeten er op gericht zijn, voldoende werkgelegenheid en inkomsten te scheppen, niet alleen voor de tegenwoordige generatie, maar ook voor de toekomst. Allen, die over deze investeringen en over de organisatie van het economische leven hebben te beslissen, particulieren, groepen of publieke overheid, moeten deze doeleinden voor ogen houden. Zij moeten zich bewust zijn van hun ernstige plicht enerzijds om te voorzien in hetgeen noodzakelijk is voor een behoorlijk bestaan van de enkelingen en van de gehele gemeenschap, anderzijds om vooruit te zien naar de toekomst en een billijk evenwicht tot stand te brengen tussen de behoeften van de huidige individuele en collectieve consumptie en de eisen van investeringen voor de komende generatie. Altijd moet men ook de dringende nood voor ogen houden van economisch zwakkere volken of gebieden. Op monetair gebied lette men goed op, dat niet tekort wordt gedaan aan het welzijn van het eigen volk of aan dat van andere landen. Bovendien moet men er voor zorgen, dat de economisch zwakkeren niet onrechtvaardig benadeeld worden ten gevolge van veranderingen in de geldwaarde.
© 1968, Ecclesia Docens 0724, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum