7 december 1965
In economische ondernemingen werken personen samen d.w.z. vrije en autonome mensen, geschapen naar Gods beeld. Daarom moet men, rekening houdend met de functies van allen, van eigenaars, ondernemers, leiders en arbeiders, en met behoud van de noodzakelijke eenheid van leiding bij het werk, trachten te komen tot een actief deelnemen van allen aan het beheer van de onderneming, volgens billijk opgestelde modaliteiten. Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen, Mater et Magistra (15 mei 1961), 75-77.82-83.91-92 Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over de aanpassing van de sociale orde, Quadragesimo Anno (15 mei 1931), 65. maar het woord „curatione” (beheer) is ontleend aan de Latijnse tekst van deze encycliek Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot het intrnationaal congres voor sociale studies (3 juni 1950). Voor de ontwikkeling van de kwestie zie ook Vgl. H. Paus Paulus VI, Toespraak, Tot de "International Christian Business Executives" (U.C.I.D.) (8 juni 1964) En omdat het dikwijls voorkomt, dat, niet op het vlak van de onderneming, maar door hogere instanties economische en sociale beslissingen worden genomen, waarvan het toekomstig lot van de arbeiders en hun kinderen afhangt, moeten de arbeiders ook betrokken worden bij deze beslissingen, hetzij persoonlijk hetzij door hun vrij gekozen vertegenwoordigers
Tot de fundamentele rechten van de menselijke persoon moet gerekend worden het recht van de arbeiders om in vrijheid verenigingen op te richten, die hen werkelijk kunnen vertegenwoordigen en mee kunnen werken aan een goede organisatie van het economisch leven; en verder het recht om vrij en zonder gevaar voor represailles deel te nemen aan de werkzaamheden van die verenigingen. Door een dergelijke goed geordende deelname, gecombineerd met een toenemende economische en sociale scholing, zal ook bij allen voortdurend het besef groeien van hun persoonlijke verantwoordelijkheid. Zo zullen zij zich geleidelijk, overeenkomstig hun eigen capaciteiten en talenten, meer direct betrokken voelen bij de economische en sociale vooruitgang van de gehele onderneming en bij de behartiging van het universeel algemeen welzijn.
In geval van economisch-sociale conflicten moet men sterven naar een vreedzame oplossing daarvan. Ofschoon men altijd op de eerste plaats tot een eerlijk gesprek tussen de partijen moet zien te komen, kan toch de staking, ook in de tegenwoordige omstandigheden, een noodzakelijk, zij het dan ook een laatste middel blijven ter verdediging van de eigen rechten van de arbeiders en tot vervulling van hun rechtmatige eisen. Maar dan moet men toch naar wegen zoeken om zo spoedig mogelijk de onderhandelingen en het gesprek te hervatten teneinde het geschil bij te leggen.