7 december 1965
De levensomstandigheden van de moderne mens hebben in sociaal en cultureel opzicht zulke ingrijpende veranderingen ondergaan, dat men kan spreken van een nieuw tijdperk in de mensengeschiedenis. Alinea 4-10 Dit opent nieuwe wegen voor een vervolmaking en een grotere verbreiding van de cultuur. Deze wegen zijn voorbereid door de enorme vlucht van de wetenschap op natuurkundig, menselijk en ook sociaal gebied door de vooruitgang van de techniek en door de ontwikkeling en betere organisatie van de communicatiemiddelen. Dit drukt op de cultuur van onze tijd een heel eigen stempel: de z.g. „exacte” wetenschappen werken sterk de kritische zin in de hand, de nieuwere psychologische studies ontleden dieper de menselijke activiteit; de historische wetenschappen doen sterk het aspect van veranderlijkheid en ontwikkelingen in de dingen uitkomen; er komt een steeds grotere eenvormigheid van levenswijzen en gewoonten; de industrialisatie, de verstedelijking en andere factoren, die het samenleven van grote menigten bevorderen, scheppen nieuwe vormen van cultuur, (massacultuur), waaruit nieuwe manieren van denken, handelen en vrijetijdsbesteding voortkomen. Tevens maakt het groeiend contact tussen de verschillende volken en maatschappelijke groeperingen de rijkdommen van de verschillende culturen meer toegankelijk voor allen en voor ieder afzonderlijk, en zo vormt zich geleidelijk een meer universeel type van cultuur, dat des te meer de eenheid van de mensheid bevordert en tot uitdrukking brengt naar mate het de eigenheden van de verschillende culturen meer eerbiedigt.