H. Paus Johannes Paulus II - 16 oktober 1979
De catechese die in het gezin plaats vindt, vertoont een heel eigen karakter en is in zekere zin onvervangbaar zoals de Kerk met name in het Tweede Vaticaans Concilie, terecht onderstreepte. Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over de christelijke opvoeding, Divini illius Magistri (31 dec 1929) Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11.35 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 11.30 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 52 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de Christelijke opvoeding, Gravissimum Educationis (28 okt 1965), 3 Deze geloofsopvoeding door de ouders, - die reeds in de prille kinderjaren moet beginnen – Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de Christelijke opvoeding, Gravissimum Educationis (28 okt 1965), 3 is al aanwezig daar waar de gezinsleden elkaar helpen om te groeien in het geloof, aan de hand van een levensgetuigenis, doordat zij namelijk, vaak in stilte maar met volharding, dagelijks samen leven in overeenstemming met het Evangelie. Een dergelijke christelijke opvoeding krijgt reliëf als men bij gelegenheid van familiegebeurtenissen zoals het ontvangen van de sacramenten, de viering van liturgische plechtigheden, bij geboorte en bij rouw, ervoor zorgt, dat de christelijke of godsdienstige betekenis van deze gebeurtenissen geëxploiteerd wordt. Maar het is belangrijk verder te gaan: de christelijke ouders zullen er naar streven de christelijke opvoeding, die hun kinderen elders meer systematisch ontvangen, in familiaal verband te volgen en weer op te nemen. Door het feit dat de bijzonderste waarheden omtrent geloof en christelijk leven opnieuw aandacht krijgen in de context van een gezinsleven dat doordrongen is van warmte en eerbied, worden jongens en meisjes vaak op een beslissende wijze en voor heel hun leven gemerkt. Ook de ouders zelf ondervinden voordeel van de inspanning die zoiets vraagt. Want bij een dergelijk catechetisch gesprek ontvangt iedereen en geeft iedereen.
Gezinscatechese gaat aldus vooraf aan iedere andere vorm van catechese maar begeleid en verrijkt haar tevens. Door godsdienstvijandige wetten kunnen andere vormen van geloofsopvoeding belemmerd worden. Ofwel is er door een wijdverbreid ongelovig milieu of door een voortschrijdend “secularisme” soms haast geen gelegenheid meer om werkelijk te groeien in het geloof. Dan blijft de “huiskerk” 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 11 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 11 die het gezin is, de enige plaats, waar kinderen en jonge mensen authentieke catechese kunnen ontvangen. De christelijke ouders zullen zich dus nooit voldoende inspannen om zich voor te bereiden op hun taak als catecheten voor hun kinderen, en om die taak met onvermoeide ijver te behartigen. De personen of instituten die ouders helpen om die taak te vervullen, hetzij door individuele contacten hetzij door congressen of bijeenkomsten of door allerhande pedagogische hulpmiddelen moeten aangemoedigd worden: zij bewijzen de catechese een onschatbare dienst.