H. Paus Johannes Paulus II - 16 oktober 1979
Een vaak beslissende tijd is het moment waarop het kleine kind van de eigen ouders of de eigen familiekring de allereerste beginselen van de catechese ontvangt. Dat omvat vaak niets meer dan een eenvoudig spreken over de hemelse Vader, die goed is en zorgzaam, tot wie het kind zijn hart leert richten. De uiterst korte gebeden die het stamelt, vormen het begin van een liefdevol gesprek met deze verborgen God, naar wiens woord het beter zal leren luisteren. Ik kan bij christelijke ouders niet genoeg een dergelijke vroegtijdige initiatie aanbevelen. Naar het getuigenis van katholieke ouders wordt op dat moment de natuurlijke aanleg van het kind opengetrokken naar een levensverbondenheid met God. Dat is een allerbelangrijkst werk, dat heel grote liefde en diepe eerbied vereist voor het kind, dat werkelijk recht heeft op een eenvoudige maar authentieke uitleg van het christelijk geloof.
Met betrekking tot alle hogervermelde mensen spreek ik de wens uit, dat de inspanningen voor hun christelijk onderricht verdubbeld mogen worden, met intensief gebruik van de passende hulpmiddelen (zoals bijvoorbeeld audiovisuele hulpmiddelen, brochures, bijeenkomsten, voordrachten). Zo zullen steeds meer volwassenen of wel een gebrekkige en onvolledige catechese kunnen voltooien, ofwel passend op een hoger niveau aanvullen wat zij als kinderen leerden, of zichzelf op dit gebied zodanig verrijken, dat zij anderen meer overtuigend kunnen helpen.
Het is ook van belang dat de catechese van kinderen en jonge mensen, de voortdurende catechese en de volwassenencatechese niet een soort gescheiden terreinen zijn zonder enige communicatie. Van nog groter belang is het stellig dat er geen breuk is tussen die diverse fasen. Het is integendeel nodig dat die verschillende catechesen elkaar in alle opzichten aanvullen: de volwassenen bv. hebben veel te geven op het gebied van de catechese aan jonge mensen en kinderen; maar zij kunnen er ook zelf ook weer veel van krijgen ten gunste van de groei van hun christelijk leven.
Tenslotte durven wij dit zeggen in de Kerk van Jezus Christus mag niemand menen, dat hij geen catechese nodig heeft. Dit is ook het geval voor jonge mensen die zich op het priesterschap voorbereiden, voor jonge religieuzen en voor allen die geroepen zijn tot de taak van pastor of catecheet. Zij zullen die taak des te beter uitoefenen naarmate zij met grote nederigheid in de leer gaan bij de Kerk, die tegelijk de grote lerares is en de grote leerlinge.