De concelebratie, die de eenheid van het priesterschap zo goed laat uitkomen, is tot nu toe in de Kerk in gebruik gebleven zowel in het Oosten als in het Westen. Daarom heeft het Concilie de faculteit om te concelebreren tot de volgende gevallen willen uitbreiden:
op Witte Donderdag, tot de Mis van het chrisma zowel als tot de Avondmis;
tot de Missen bij Concilies, bisschoppen- bijeenkomsten en synoden;
tot de Mis bij de ambtswijding
Bovendien met verlof van de ordinarius, die moet oordelen over de wenselijkheid van concelebratie:
tot de conventuele Mis en tot de voornaamste Mis in de kerken waar het belang van de gelovigen niet vereist, dat alle aanwezige priesters afzonderlijk celebreren;
tot de Missen bij alle soort bijeenkomsten van priesters, seculieren zowel als religieuzen.
Het komt aan de bisschop toe, de praktijk van de concelebratie in zijn diocees te regelen.
Iedere priester behoudt echter altijd de vrijheid, de Mis afzonderlijk te vieren, maar niet op dezelfde tijd in dezelfde kerk en ook niet op Witte Donderdag.