De canones en kerkelijke bepalingen met betrekking tot het geheel van de uitwendige zaken, bestemd voor de eredienst, vooral met betrekking tot een waardige en passende kerkenbouw, de vorm en de opbouw van het altaar, de waardigheid, opstelling en veiligheid van het tabernakel, de juiste inrichting en versiering van de doopkapel, het juiste aanbrengen van afbeeldingen, decoratie en versiering, moeten samen met de liturgische boeken, overeenkomstig artikel
25, zo spoedig mogelijk worden herzien. De bepalingen, die minder goed beantwoorden aan de vernieuwing van de liturgie, moeten worden verbeterd of afgeschaft; de bepalingen, die bevorderlijk zijn voor deze vernieuwing, moeten worden gehandhaafd of ingevoerd.
Op dit punt, vooral wat betreft stof en vorm van de liturgische benodigdheden en de gewaden, wordt aan de territoriale bisschoppenconferenties de bevoegdheid gegeven voor het maken van de nodige aanpassingen, vereist door de plaatselijke behoeften en gewoonten, overeenkomstig artikel 22 van deze Constitutie.