Bij de viering van deze jaarcyclus van de Christusgeheimen vereert de heilige Kerk met bijzondere liefde de heilige Moeder Gods Maria, die onafscheidelijk is verbonden met het heilswerk van haar Zoon. In haar bewondert en prijst zij de heerlijkste vrucht van de verlossing, en in haar beschouwt zij met vreugde, als in een allerzuiverst beeld, datgene, wat zij zelf geheel verlangt en hoopt te zijn.