REDEMPTIONIS SACRAMENTUMHet Sacrament van de verlossing - Wat nageleefd en vermeden dient te worden met betrekking tot de allerheiligste Eucharistie
(Soort document: Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten)
Francis Kardinaal Arinze -
25 maart 2004
Alle christengelovigen worden, door het Doopsel van hun zonden bevrijd en in de Kerk ingelijfd, aangesteld dankzij het merkteken voor de christelijke eredienst
Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. III, q. 63, a. 2, opdat zij krachtens hun koninklijk priesterschap
2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 10 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 28 - volhardend in het gebed en samen God lof toezingend
Vgl. Hand. 2, 42-47
- zichzelf aanbieden als een levende, heilige offergave die aan God welgevallig is en die op grond van hun werken door allen wordt goedgekeurd
Vgl. Rom. 12, 1
, opdat zij overal op aarde getuigenis afleggen van Christus en tot verantwoording bereid zijn tegenover degenen die hun rekenschap vragen van de hoop op eeuwig leven die in hen is.
Vgl. 1 Pt. 3, 15
Vgl. 1 Pt. 2, 4-10
Daarom kan ook de deelname van de gelovige leken aan de viering van de Eucharistie en de overige riten van de Kerk niet worden gelijkgesteld aan pure en nog minder aan passieve aanwezigheid, maar dient dit te worden beschouwd als een waarlijk uitoefenen van het geloof en de waardigheid van het Doopsel.