
Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
Waar de nood van de Kerk zulks evenwel wenselijk maakt, kunnen bij gebrek aan gewijde bedienaren christengelovige leken volgens het recht enkele liturgische taken vervullen. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 230. § 3 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de deelnemers aan het Symposium (fragmenten), De medewerking van leken aan de pastorale dienstwerk van de priester (22 apr 1994), 2 Vgl. Congregatie voor de Clerus, Het mysterie van de Kerk - Interdicasteriële Instructie over enige vragen betreffende de medewerking van lekengelovigen aan het dienstwerk van de priesters, Ecclesiae de mysterio (15 aug 1997) Dergelijke gelovigen worden geroepen en bestemd om, gesteund door de genade des Heren, bepaalde zwaardere of lichtere taken op zich te nemen. Zeer vele christengelovige leken hebben zich vol vreugde reeds aan dit dienstwerk gegeven en doen dit nog, vooral in de missiegebieden, waar de Kerk nog klein van omvang is of verkeert in omstandigheden van vervolging, Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de blijvende geldigheid van de missie-opdracht, Redemptoris Missio (7 dec 1990), 53-54 Vgl. Congregatie voor de Clerus, Het mysterie van de Kerk - Interdicasteriële Instructie over enige vragen betreffende de medewerking van lekengelovigen aan het dienstwerk van de priesters, Ecclesiae de mysterio (15 aug 1997) maar ook in andere streken die lijden onder een gebrek aan priesters en diakens.