Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
Het is zeer aan te bevelen dat in steden en minstens de grotere steden de diocesane bisschop een kerkgebouw aanwijst voor de altijddurende aanbidding; daarin dient regelmatig - zo mogelijk zelfs dagelijks - de heilige Mis te worden gevierd, waarbij dan de uitstelling absoluut onderbroken dient te worden, zolang als de Mis duurt. Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 61 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, De heilige Communie en de verering van de Eucharistie buiten de Mis, De sacra communione et de cultu mysterii eucharistici extra Missam (21 juni 1983), 83 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 317 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 941. § 2 Het is passend dat in de mis die onmiddellijk aan de tijd van de aanbidding voorafgaat, de hostie die ter aanbidding uitgesteld zal worden, wordt geconsacreerd en na de Communie in de monstrans op het altaar wordt geplaatst.