Francis Kardinaal Arinze - 25 maart 2004
"Naar gelang de structuur van elke kerk en overeenkomstig de wettige plaatselijke gewoonten moet men het allerheiligste Sacrament bewaren in een tabernakel in een gedeelte van de kerk dat voornaam is, onderscheiden, in het oog vallend, met luister versierd," en ook "geschikt voor gebed" wegens de rust van de plaats, de ruimte vóór het tabernakel, evenals de hoeveelheid banken of zitplaatsen en knielbanken. Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 54 Vgl. Concilium ter uitvoering van de Constitutie heilige liturgie, Instructie voor de uitvoering van de Constitutie over de heilige Liturgie, Inter Oecumenici (26 sept 1964), 95 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 314 Bovendien dient nauwkeurig te worden gelet op alle voorschriften van de liturgische boeken en op de norm van het recht, Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Het Mysterie en de Eredienst van de Heilige Eucharistie - Brief aan de Bisschoppen bij gelegenheid van Witte Donderdag 1980, Dominicae Cenae (24 feb 1980), 3 Vgl. Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 53 Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 938. § 2 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Rituale Romanum, De sacra communione et cultu mysterii eucharistici extra Missam (21 juni 1973), 9 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 314-317 vooral om het gevaar van profanatie te vermijden. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 938. §§ 3-5