João Kard. Bráz de Aviz - 4 oktober 2015
"De religieuze broeders verlenen binnen en buiten de communiteit allerlei soorten belangrijke diensten, en nemen zo deel aan de opdracht, het Evangelie te verkondigen en door de liefde in het leven van iedere dag ervan te getuigen. Sommige van deze diensten kunnen worden beschouwd als echte kerkelijke bedieningen die aan hen door het wettig gezag worden toevertrouwd". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 60 De diensten zijn "allen een deelname aan de bediening van Jezus Christus, de Goede Herder die zijn leven geeft voor zijn schapen Vgl. Joh. 10, 11 , de nederige dienaar die zijn leven geeft als losprijs voor velen. Vgl. Mc. 10, 45 H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 21. 3
Het beeld van de Goede Herder, evenals het beeld van de Meester die het linnen doek omgordt om de voeten van zijn leerlingen te wassen spreekt ons niet van macht maar van dienst, van liefde en offer tot het geven van zijn leven. Het is zo dat de broeder zijn dienst moet verstaan wat ook de concrete taken zijn die hem zijn toevertrouwd, aanvullend met zijn broeders.
Tussen de diensten en de bedieningen die uitgeoefend worden door de broeders zijn er sommigen meer verbonden met het interne leven van de Kerk, terwijl er anderen hun missionair karakter doen uitkomen. Enkelen hangen af van meer spirituele taken zoals de dienst van het Woord Gods of de liturgie, anderen getuigen meer van de zorg van de Kerk voor het materieel welzijn, zoals de kracht van de Geest voor de genezing en de verandering van de wereld.
Voor ieder kan de zending van de broeder niet herleid worden tot de activiteit die hij uitoefent, zelfs als ze apostolisch is. De zending is het werk van de evangelisatie in de breedste betekenis van het woord. "Evangeliseren maakt inderdaad de vreugde en de eigen roeping van de Kerk uit, van haar diepste roeping. De Kerk bestaat om te evangeliseren ... ". H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 44 Hetzelfde moet bevestigd worden omtrent het godgewijde leven en in het bijzonder de religieuze broeder: "In het feit dat ze geroepen zijn, ligt dus de opdracht besloten zich geheel aan de zending toe te wijden. Immers, meer nog dan dat de zending door uitwendige werken gekenmerkt wordt, bestaat ze in het tegenwoordig stellen van Christus in de wereld door het persoonlijk getuigenis. Dat is de uitdaging, dat is het eerste doel van het godgewijde leven! Zo kan men zeggen dat de godgewijde mens "op zending" is, juist krachtens zijn toewijding aan God waarvan hij overeenkomstig het ideaal van zijn instituut getuigenis aflegt". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 72 Op deze zo intieme band tussen zending en toewijding berust de eenheid van het leven van de religieus die zich verbindt tot de zending door zijn toewijding en zijn toewijding beleeft in de zending.
De activiteiten, zelfs de meest apostolische, kunnen variëren of verdwijnen omwille van ziekte of ouderdom, maar zijn zending blijft altijd. Het werk van de evangelisatie, beleefd en bezield door het eigen charisma is de bestaansreden van de broeder en wat betekenis geeft aan zijn religieuze toewijding. Zoals Jezus,moet hij kunnen zeggen: "En omwille van hen wijd Ik me aan u" (Joh. 17, 19).
Het gaat dus niet over een kwestie van taken, maar van identiteit: "Ik ben een zending op deze aarde en daarom bevind ik me in deze wereld. Men moet erkennen dat men gebrandmerkt is door deze zending om te verlichten, zegenen, verlevendigen, opbeuren, genezen, bevrijden". Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 273 Hij aanvaardt volledig het voorrecht en de verantwoordelijkheid om voor de Kerk de Goede Herder te vertegenwoordigen die zijn leven geeft voor zijn schapen.