Synodevaders - 18 oktober 2014
De constitutieve wederzijdse gave van het sacramentele huwelijk is geworteld in de genade van het doopsel, dat het fundamentele verbond van iedere persoon met Christus in de Kerk instelt. In wederzijdse aanneming en met de genade van Christus beloven de toekomstige echtgenoten elkaar totale gave, trouw en openstaan voor het leven, erkennen zij als constitutieve elementen van het huwelijk de gaven die God hun aanbiedt, waarbij zij hun wederzijdse verplichting in zijn naam en ten overstaan van de Kerk serieus nemen. Welnu, in het geloof is het mogelijk de goederen van het huwelijk als verplichtingen op zich te nemen, die beter te dragen zijn door middel van de hulp van de genade van het sacrament. God wijdt de liefde van de echtelieden en bevestigt de onontbindbaarheid ervan en biedt hun hulp om de trouw, de wederzijdse integratie en het openstaan voor het leven te beleven. Daarom richt de blik van de Kerk zich op de echtgenoten als op het hart van het hele gezin, dat ook de blik richt op Jezus.
183 Synodevaders aanwezig: placet - 181; non placet - 1 -> aangenomen.