Kurt Kardinaal Koch - 10 december 2015
Aangezien beide lezingen bedoeld zijn Gods wil en woord op juist wijze te begrijpen, wordt duidelijk hoe belangrijk het inzicht is dat het christelijk geloof geworteld is in het geloof van Abraham. Dit roept vervolgens de vraag op in welke relatie het Oude en het Nieuwe Verbond tot elkaar staan. Voor het christelijk geloof is onomstotelijk, dat er slechts één enkele verbondsgeschiedenis kan zijn van God en de mensheid. Het verbond met Abraham, waarvan de besnijdenis een teken is Vgl. Gen. 17 , en het verbond met Mozes, dat met betrekking tot de gehoorzaamheid aan de wet Vgl. Ex. 19, 5 Vgl. Ex. 24, 7-8 , in het bijzonder de inachtneming van de sjabbat Vgl. Ex. 31, 16-17 tot Israël beperkt was, lag reeds besloten in het verbond met Noach, met de regenboog als teken Vgl. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 117, dat zich uitstrekt tot de hele schepping Vgl. Gen. 9, 9. e.v. . Door de profeten belooft God opnieuw een nieuw en eeuwig verbond. Vgl. Jes. 55, 3 Vgl. Jes. 61, 8 Vgl. Jer. 31, 31-34 Vgl. Ez. 36, 22-28 Elke van deze verbonden sluit het voorgaande verbond in en interpreteert dit op nieuwe wijze. Dit geldt ook voor het Nieuwe Verbond, dat voor Christenen het laatste eeuwige verbond is, en zodoende de definitieve interpretatie van wat was beloofd door de profeten in het Oude Verbond, of, zoals Paulus stelt, het ‘’ja” en “amen” op “alle beloften van God” (2 Kor. 1, 20). De Kerk als het hernieuwde volk van God is zonder voorwaarden door God uitverkoren. De Kerk is de definitieve en onovertrefbare plaats van het verlossend handelen van God. Dit betekent echter niet dat Israël als het volk van God verstoten is of zijn opdracht heeft verloren. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 4 Het Nieuwe Verbond is voor christenen derhalve noch de herroeping, noch de vervanging, maar de vervulling van de beloften van het Oude Verbond.