Kurt Kardinaal Koch - 10 december 2015
De Kerk wordt het nieuwe volk van God genoemd Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 4, maar niet in de zin dat het volk van de God van Israël opgehouden heeft te bestaan. De Kerk werd “in de geschiedenis van het volk Israël en het Oude Verbond op wonderdadige wijze voorbereid”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 2 De Kerk vervangt het Godsvolk Israël niet, aangezien zij als gemeenschap op Christus gefundeerd is en Hem present stelt als de vervulling van de beloften die aan Israël zijn gedaan. Dit betekent niet dat Israël niet langer als Godsvolk kan worden beschouwd, om reden dat het deze vervulling [nog] niet bereikt heeft: “Alhoewel de Kerk het nieuwe volk van God, mogen de Joden niet als door God verworpen noch als vervloekt worden voorgesteld, alsof dit uit het Heilige Schrift zou volgen”. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 4