H. Paus Johannes Paulus II - 2 februari 1994
GRATISSIMAM SANE Brief aan de Gezinnen - Bij gelegenheid van het Internationaal Jaar van het Gezin |
|||
► | De Bruidegom is met u | ||
► | "Gesterkt in uw diepste wezen" |
Ik buig mijn knieën voor de Vader, naar wie alle vaderschap en moederschap genoemd wordt: "moge Hij u in Zijn onmetelijke heerlijkheid geven, dat uw diepste wezen machtig door Zijn Geest wordt gesterkt" (Ef. 3, 16). Ik kom graag terug op deze woorden van de apostel Paulus, die ik in het eerste deel van deze Brief al genoemd heb. In zekere zin zijn het de spil-woorden, waar alles om draait. Het gezin, vaderschap en moederschap horen allemaal bij elkaar. Het gezin is de eerste menselijke instelling waar "het diepste wezen van de mens", waarover Sint Paulus spreekt, wordt gevormd. De groei van dit diepste wezen in sterkte en kracht is een gave van de Vader en de Zoon in de Heilige Geest.
Het Jaar van het Gezin geeft ons in de Kerk een geweldige taak, die niet verschilt van de taak waar gezinnen ieder jaar en iedere dag voor staan. In de context van dit Jaar krijgt deze taak echter een bijzondere betekenis en waarde. We zijn het Jaar van het Gezin begonnen in Nazareth op het Hoogfeest van de Heilige Familie. Gedurende dit hele Jaar willen we pelgrims zijn naar dit genade-oord, dat het Heiligdom van de Heilige Familie is geworden in de geschiedenis van de mensheid. We willen deze pelgrimage maken om ons opnieuw bewust te worden van het erfgoed van de waarheid omtrent het gezin, dat vanaf het begin een schat voor de Kerk is geweest. Het is een schat die groeit uit de rijke traditie van het Oude Verbond, die voltooid wordt in het Nieuwe Verbond en die zijn meest volledige symbolische uitdrukking vindt in het geheim van de Heilige Familie, waarin de goddelijke Bruidegom de verlossing van alle gezinnen bewerkstelligt. Van daaruit verkondigt Jezus de"blijde boodschap van het gezin". Alle generaties van de volgelingen van Christus hebben geput uit deze schat van waarheid, te beginnen met de apostelen, op wier leer we ons in deze Brief zo dikwijls hebben beroepen.
In onze eigen tijd is deze schat diepgaand bestudeerd in de documenten van het Tweede Vaticaans Concilie. Er werden scherpzinnige analyses ontwikkeld in de vele toespraken van Paus Pius XII tot jonggehuwden, in de H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968) van Paus Paulus VI, in de redevoeringen op de bisschoppensynode over het gezin (1980) en in de Apostolische Exhortatio H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Familiaris Consortio
Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd
(22 november 1981). Ik heb al gesproken over deze uiteenzettingen van het Leergezag. Als ik er nu op terug kom, doe ik dat om te benadrukken hoe groot en rijk de schat van de christelijke waarheid omtrent het gezin is. Alleen geschreven getuigenissen zullen echter niet voldoende zijn. Veel belangrijker zijn de levende getuigenissen. Zoals Paus Paulus VI opmerkte: "de mens van tegenwoordig luistert liever naar getuigen dan naar leermeesters, en als hij naar leermeesters luistert is dat omdat ze getuigen zijn". In de Kerk is de schat van het gezin op de allereerste plaats toevertrouwd aan getuigen, aan die vaders en moeders, zonen en dochters, die door het gezin de weg van hun menselijke en christelijke roeping hebben ontdekt, de dimensie van "het diepste wezen van de mens" (Ef. 3, 16), waarover Sint Paulus spreekt, en die daardoor heiligheid hebben bereikt. De Heilige Familie is het begin van ontelbare andere heilige families. Het Concilie heeft in herinnering gebracht dat heiligheid de roeping van alle gedoopten is. Noch in onze tijd, noch in het verleden, is er gebrek aan getuigen van "de blijde boodschap van het gezin", zelfs al zijn ze niet bekend of heilig verklaard door de Kerk. Het Jaar van het Gezin is een geschikte gelegenheid voor het kweken van een groeiend besef van hun bestaan en hun grote aantal.
De geschiedenis van de mensheid, de heilsgeschiedenis, loopt via het gezin. In deze bladzijden heb ik getracht te laten zien hoe het gezin een centrale positie inneemt in de grote strijd tussen goed en kwaad, tussen leven en dood, tussen liefde en alles wat daarmee in strijd is. Aan het gezin is de taak toevertrouwd eerst en vooral te streven naar een vrije baan voor de krachten van het goede, waarvan de bron wordt gevonden in Christus, de Verlosser van de mensen. Iedere gezinseenheid moet zich deze krachten eigen maken zodat, om een uitdrukking te gebruiken die is gebezigd bij gelegenheid van het duizendjarig bestaan van het Christendom in Polen, het gezin"sterk zal zijn met de sterkte van God". Daarom heeft deze Brief inspiratie proberen te putten uit de apostolische aanmoedigingen in de geschriften van Paulus Vgl. 1 Kor. 7, 1-40 Vgl. Ef. 5, 21-6, 9 en de Brieven van Petrus en Johannes. Vgl. 1 Pt. 3, 1-7 Vgl. 1 Joh. 2, 12-17 Wat lijken de ervaringen van Christenen en gezinnen toen en nu, ondanks de verschillen in historische en culturele achtergronden, veel op elkaar!
Wat ik heb aan te bieden is een uitnodiging: een uitnodiging speciaal gericht tot u, dierbare echtgenoten, vaders en moeders, zonen en dochters. Het is een uitnodiging aan alle plaatselijke Kerken om één te blijven in de apostolische waarheid. Deze uitnodiging is gericht aan mijn broeders in het bisschopsambt en aan de priesters, de religieuzen en godgewijde personen, aan bewegingen en verenigingen van leken-gelovigen; aan onze broeders en zusters die met ons verenigd zijn door het gemeenschappelijk geloof in Jezus Christus, zelfs als ze niet delen in de volledige gemeenschap die de Verlosser heeft gewild; aan allen die door deelgenoot te zijn in het geloof van Abraham, evenals wij, behoren tot de grote gemeenschap van hen die in de ene God geloven; aan hen die erfgenaam zijn van andere geestelijke en godsdienstige tradities; en aan alle mannen en vrouwen van goede wil.
Moge Jezus Christus, die "dezelfde [is] gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid" (Hebr. 13, 8) met ons zijn als we de knieën buigen voor de Vader, naar wie alle vader- en moederschap en ieder menselijk gezin genoemd wordt. Vgl. Ef. 3, 14-15 Moge Jezus nogmaals, met de woorden van het gebed tot de Vader dat Hij ons zelf geleerd heeft, getuigenis afleggen van die liefde waarmee Hij ons "tot het uiterste toe" heeft liefgehad! (Joh. 13, 1).
Ik spreek met de kracht van Zijn waarheid tot alle mensen van onze tijd, opdat zij de grootsheid van het goede in het huwelijk, in het gezin en in het leven zullen gaan waarderen; opdat zij er toe zullen komen het grote gevaar te onderkennen dat ontstaat, als deze werkelijkheid niet geëerbiedigd wordt, en als de verheven waarden die aan de basis liggen van het gezin en de menselijke waardigheid veronachtzaamd worden.
Moge de Heer Jezus deze waarheden voor ons herhalen met de kracht en de wijsheid van het Kruis, opdat het mensdom niet zal zwichten voor de bekoring van de "aartsleugenaar" (Joh. 8, 44), die er voortdurend op uit is mensen te verlokken naar de brede en gemakkelijke wegen, wegen die schijnbaar prettig en plezierig zijn, maar in werkelijkheid vol hinderlagen en gevaren. Mogen wij steeds in staat zijn Hem te volgen die "de Weg, de Waarheid en het Leven" is (Joh. 14, 6).
Dierbare broeders en zusters,
laat dit alles de taak van de christelijke gezinnen zijn en voorwerp van de zendingsopdracht van de Kerk gedurende dit hele Jaar dat zo rijk is aan bijzondere goddelijke genaden.
Moge de Heilige Familie, icoon en model van iedere menselijk gezin, ieder individu helpen om te leven in de geest van Nazareth.
Moge ze iedere gezinseenheid helpen om toe te nemen in begrip voor de eigen bijzondere zending in samenleving en Kerk, door te luisteren naar Gods woord, door gebed en door broederlijk samenleven.
Mogen Maria, Moeder van de "schone liefde", en Jozef, de beschermer van de Verlosser, ons allen begeleiden met hun voortdurende bescherming.Met deze gevoelens zegen ik ieder gezin in de naam van de Allerheiligste Drieëenheid: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Gegeven te Rome, bij Sint Petrus, op 2 februari, het Feest van de Opdracht van de Heer, in het jaar 1994, het zestiende van mijn Pontificaat.
Paus Johannes Paulus II