H. Paus Johannes Paulus II - 2 februari 1994
Als Hij op zekere dag in gesprek is met leerlingen van Johannes, spreekt Jezus over een uitnodiging voor een bruiloft en de aanwezigheid van de bruidegom onder de gasten: "de Bruidegom is bij hen" (Mt. 9, 15). Op deze wijze gaf Hij aan dat in Zijn persoon het beeld van God als Bruidegom, dat reeds in het Oude Testament was gebruikt, werd vervuld, om zo het mysterie van God als het mysterie van de Liefde te openbaren.
Door zichzelf als "Bruidegom" te omschrijven, openbaart Jezus Gods wezen en bevestigt diens onmetelijke liefde voor het mensdom. Maar de keuze van dit beeld werpt zijdelings ook licht op de diepgaande waarheid van de echtelijke liefde. Door dit beeld te gebruiken om over God te spreken, toont Jezus aan hoezeer het vaderschap en de liefde van God worden weerspiegeld in de liefde van een man en een vrouw die in het huwelijk verbonden zijn. Vandaar dat we Jezus, bij het begin van Zijn zending, te Kana in Galilea vinden, waar Hij deelneemt aan een bruiloftsmaal, samen met Maria en de eerste leerlingen Vgl. Joh. 2, 1-11 . Zo wil Hij duidelijk maken hoezeer de waarheid omtrent het gezin deel uitmaakt van Gods openbaring en de heilsgeschiedenis . In het Oude Testament, en in het bijzonder bij de profeten, vinden we tal van mooie uitdrukkingen aangaande de liefde van God. Het is een zachtmoedige liefde zoals die van een moeder voor haar kind, een tedere liefde zoals die van de bruidegom voor zijn bruid, maar tegelijkertijd een intens jaloerse liefde. Het is niet op de eerste plaats een liefde die straft, maar een liefde die vergeeft; het is een liefde die zich verwaardigt de mens te ontmoeten, zoals de vader in het geval van de verloren zoon; het is een liefde die de mens opheft en hem doet delen in het goddelijk leven. Het is een verbazingwekkende liefde, iets totaal nieuws en voordien onbekend in de hele heidense wereld.
Te Kana in Galilea is Jezus als het ware de heraut van de goddelijke waarheid omtrent het huwelijk. Op deze waarheid kan het menselijk gezin vertrouwen en daardoor zekerheid verkrijgen te midden van de beproevingen van het leven. Jezus verkondigt deze waarheid door Zijn aanwezigheid op de bruiloft te Kana en door het doen van Zijn eerste "teken" water wordt in wijn veranderd.
Jezus verkondigt de waarheid omtrent het huwelijk opnieuw als Hij, de Farizeeën toesprekend, uitlegt hoe de liefde die van God komt - een tedere, echtelijke liefde - diepgaande en radicale eisen stelt. Mozes, die het opstellen van een scheidingsbrief had toegestaan, was minder veeleisend geweest. Toen, in de levendige discussie, de Farizeeën zich op Mozes beriepen, antwoordde Jezus vierkant: "Aanvankelijk was dit niet zo" (Mt. 19, 8). En Hij herinnert hen eraan dat God, die de mens geschapen heeft, hen als man en vrouw schiep, en verordende dat "een man zijn vader en moeder verlaat en zich zo aan zijn vrouw hecht, dat ze één vlees worden" (Gen. 2, 24). Met logische consequentie besluit Jezus: "Zo zijn ze dus niet langer twee, één vlees als ze geworden zijn. Wat God derhalve heeft verbonden mag een mens niet scheiden" (Mt. 19, 6). Op de tegenwerping van de Farizeeën, die vinden dat de Wet van Mozes in ere gehouden moet worden, antwoordt Hij: "Om de hardheid van uw hart heeft Mozes u toegestaan uw vrouwen weg te zenden; aanvankelijk was dit echter niet zo" (Mt. 19, 8).
Jezus beroept zich op "aanvankelijk", "in het begin", en doelt daarbij op Gods plan bij het allereerste begin van de schepping, waarop het gezin is gebaseerd, en door het gezin, de hele geschiedenis van de mensheid. Het natuurlijke huwelijk wordt, door de wil van Christus, een waarachtig sacrament van het Nieuwe Verbond, bezegeld door het bloed van Christus, de Verlosser. Echtgenoten en gezinnen, bedenk voor welke prijs gij zijt "gekocht"! Vgl. 1 Kor. 6, 20
Maar voor mensen is het moeilijk deze wonderbare waarheid te aanvaarden en te beleven. Moeten we ons verbazen dat Mozes toegaf aan het aanhoudend vragen van zijn mede-Israëlieten, als zelfs de apostelen, op het horen van wat de Meester zegt, reageren met: "Als de verhouding tussen man en vrouw zó is, kan men beter niet trouwen" (Mt. 19, 10). Niettemin bevestigt Jezus, met het oog op het welzijn van man en vrouw, van het gezin en van de hele samenleving het gebod dat God vanaf het begin heeft afgekondigd. Tegelijkertijd benut Hij echter de gelegenheid om de waarde te beklemtonen van een beslissing niet te huwen omwille van het koninkrijk van God. Die keuze stelt iemand ook in staat "vruchtbaar te zijn", zij het dan op een andere wijze. In deze keuze vinden we de oorsprong van het godgewijde leven, van de kloosterordes en congregaties van het Oosten en het Westen, alsook van het priesterlijk celibaat, zoals we dat vinden in de traditie van de Latijnse Kerk. Het is niet waar dat "men beter niet kan trouwen", maar liefde voor het koninkrijk der hemelen kan iemand ertoe brengen het niet te doen. Vgl. Mt. 19, 12
Het huwelijk blijft echter de meest gebruikelijke roeping van de mens, die door een grote meerderheid van het volk Gods wordt gevolgd. In het gezin worden de levende stenen gevormd voor de bouw van de geestelijke tempel waarover de apostel Petrus spreekt. Vgl. 1 Pt. 2, 5 De lichamen van de man en zijn vrouw zijn de woning van de Heilige Geest. Vgl. 1 Kor. 6, 19 Omdat de overdracht van goddelijk leven de overdracht van menselijk leven veronderstelt, brengt het huwelijk niet alleen de geboorte van mensenkinderen met zich mee, maar ook, door de genadevolle werking van het Doopsel, de geboorte van aangenomen kinderen van God, die een nieuw leven leiden, dat ze van Christus door de Heilige Geest ontvangen hebben.
Dierbare broeders en zusters, echtgenoten en ouders, ziet hoe de Bruidegom bij u is. U weet dat Hij de Goede Herder is. U weet wie Hij is en u kent Zijn stem. U weet waarheen Hij u leidt, en hoe Hij ernaar streeft u weiden te bezorgen waar u leven kunt vinden en wel in overvloed. U weet hoe Hij de roofzuchtige wolven weert en immer paraat is om Zijn schapen in veiligheid te brengen: iedere man, iedere vrouw, iedere zoon en dochter, ieder lid van uw gezin. U weet dat Hij, als de Goede Herder, bereid is Zijn eigen leven te geven voor Zijn kudde (Joh. 10, 11). Hij leidt u langs veilige paden - niet de steile en verraderlijke paden van veel van de hedendaagse ideologieën - en Hij herhaalt voor de wereld van vandaag de volheid van de waarheid, zoals Hij dat deed in Zijn gesprekken met de Farizeeën en zoals Hij die predikte aan de apostelen. Deze verkondigden daarna diezelfde waarheid tot aan het uiteinde der aarde aan alle volkeren van hun dagen, Joden zowel als Grieken. De leerlingen waren er zich volledig van bewust dat Christus alles nieuw had gemaakt. Ze wisten dat de mens een "nieuwe schepping" was geworden: niet langer Jood of Griek, niet langer slaaf of vrije, niet langer man of vrouw, maar "één" in Christus Vgl. Gal. 3, 28 , en begiftigd met de waardigheid van aangenomen kind van God. Op Pinksteren ontving de mens de Heilige Geest, de Trooster, de Geest der waarheid. Dit was het begin van het nieuwe Volk van God, de Kerk, de voorafbeelding van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde Vgl. Openb. 21, 1
Toen de apostelen hun eerste angst en onzekerheid, ook omtrent huwelijk en gezin, te boven gekomen waren, groeide hun moed. Ze gingen begrijpen dat huwelijk en gezin een ware, van God zelf afkomstige roeping zijn, en tevens een apostolaat: het lekenapostolaat. Gezinnen zijn geroepen bij te dragen tot de omvorming van de aarde en de vernieuwing van de wereld, van de schepping en van de mensheid.
Dierbare gezinnen, u moet ook dapper zijn en altijd bereid om te getuigen van de hoop die in u leeft Vgl. 1 Pt. 3, 15 , daar de Goede Herder die hoop in uw hart heeft geplant door het evangelie, de Blijde Boodschap. U moet bereid zijn om Christus te volgen naar de weiden van het leven, die Hij zelf gereed heeft gemaakt door het paasmysterie van Zijn dood en verrijzenis.
Weest niet bang voor de risico's! Gods kracht is altijd machtiger dan uw moeilijkheden! Onmetelijk veel groter dan het kwaad in de wereld is de kracht van het sacrament van Boete en Verzoening, door de Kerkvaders terecht een "tweede Doop" genoemd. Veel invloedrijker dan de corruptie in de wereld is de goddelijke kracht van het sacrament van het Vormsel, dat het Doopsel tot volle wasdom brengt. En onvergelijkelijk groter dan alles is dat wat de Eucharistie vermag.
De Eucharistie is waarlijk een wonderbaar sacrament. Daarin heeft Christus zichzelf aan ons gegeven als spijs en drank, als bron van reddende kracht. Hij heeft ons zichzelf nagelaten, opdat wij leven zouden hebben en wel in overvloed Vgl. Joh. 10, 10 : het leven dat in Hem is en waarin Hij ons heeft doen delen door de gave van de Heilige Geest, toen Hij op de derde dag verrees uit de dood. Het leven dat van Christus uitgaat is leven voor ons. Voor u, dierbare echtgenoten, ouders en gezinnen! Heeft Jezus de Eucharistie niet ingesteld in een gezins-achtig kader tijdens het Laatste Avondmaal? Als u bijeen komt voor maaltijden en samen bent in een goede verstandhouding, is Christus heel dicht bij u. Hij is Immanuël, God met ons, en dit op een nog verhevener wijze als u de Tafel des Heren nadert. Het kan gebeuren, zoals dat in Emmaüs het geval was, dat Hij alleen herkend wordt aan "het breken van het brood" Vgl. Lc. 24, 35 . Het kan gebeuren dat Hij gedurende lange tijd aan de deur klopt, wachtend tot er geopend wordt, zodat Hij binnen kan komen en maaltijd met ons houden Vgl. Openb. 3, 20 . Het Laatste Avondmaal en de woorden die Hij daar gesproken heeft, bevatten al de kracht en wijsheid van het Kruisoffer. Er bestaat geen andere kracht en wijsheid, waardoor we gered kunnen worden en waardoor we bij kunnen dragen tot de redding van anderen. Er bestaat geen andere kracht en wijsheid, ouders, waardoor u zowel uw kinderen als uzelf kunt opvoeden. De opvoedkundige kracht van de Eucharistie is alle generaties en eeuwen door bewezen.
Overal is de Goede Herder bij ons. Zo was Hij als Bruidegom te Kana in Galilea op de bruiloft bij de bruid en de bruidegom, toen zij zich voor hun hele verdere leven aan elkaar toevertrouwden. Zo is de Goede Herder ook nu bij ons als oorzaak van onze hoop, bron van sterkte voor ons hart, fontein van voortdurend nieuw enthousiasme en teken van de overwinning van de "beschaving van de liefde". Jezus, de Goede Herder, blijft tot ons zeggen: Wees niet bang. Ik ben bij u. "Ik ben met u alle dagen, tot aan de voleinding der wereld" (Mt. 28, 20). Wat is de bron van deze sterkte? Waarom zijn wij er zeker van dat U bij ons bent gebleven, ook al hebben ze U ter dood gebracht, Zoon van God, en bent U gestorven als ieder ander mens? Wat is de reden voor die zekerheid? De evangelist zegt: "Hij beminde hen tot het uiterste toe" (Joh. 13, 1). Gij bemint ons dus, Gij die de Eerste en de Laatste zijt, de Levende, Gij die dood waart en leeft in de eeuwen der eeuwen Vgl. Openb. 1, 17-18 .