H. Paus Johannes Paulus II - 22 december 1980
Zeergeliefde broeders,
Ik heb alles in herinnering geroepen wat in de betrekkingen van de Kerk met de wereld is gedaan: maar ik ben ervan overtuigd dat alle activiteiten die ik in de loop van het jaar heb kunnen ontplooien, juist mogelijk zijn geweest dankzij de medewerking van zovele edelmoedige en stille krachten die de Kerk oprecht liefhebben; dankzij de hulp van de kardinalen, de bisschoppen, de priesters, de leken die betrokken zijn in het apostolaat en van organismen met verschillende benamingen, die me een zeer krachtige steun hebben geboden; en dankzij u, mijn eerste en onvervangbare medewerkers van de Romeinse curie die ik me zo nabij weet. Allen spreek ik mijn levendige, oprechte en ontroerde welwillendheid uit. Wij bereiden ons voor om Kerstmis te vieren. Wij hebben zich voor onze ogen de velerlei gebieden zien aftekenen van het leven van de mens in de huidige wereld met zijn licht- en schaduwzijden, met zijn onzekerheden en zijn verwachtingen, met zijn gevaren en zijn mogelijkheden. Naar al deze gebieden van het menselijk zijn en handelen in de hedendaagse wereld gaat de Verlosser nogmaals afdalen. De wereld verwacht Hem, ook onbewust; de wereld heeft Hem nodig, die de barmhartigheid van de Vader verkondigt, die de barmhartigheid van de Vader is. Ondanks de uiterlijke schijn lijdt deze wereld van binnen: onevenwichtigheden, discriminaties, onderdrukkingen, natuurrampen, onbeschrijflijke noden; onvoldaanheden, angsten, geweld en dood; en vooral is er de zonde, de ontbindende kiem en bron van diep ongeluk. Christus komt de wereld redden van de zonde en haar de uiterste mogelijkheid van bevrijding bieden: Hij - heb ik geschreven in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Dives in Misericordia
Over de Goddelijke Barmhartigheid
(30 november 1980), die ik aan de overweging van de Kerk aan het begin van deze advent in voorbereiding op Kerstmis heb toevertrouwd - 'stelt, omdat Hij de incarnatie is geworden van de liefde die zich in haar grootste kracht bewijst als ze zich tot de lijdende ongelukkige zondaars wendt, de Vader tegenwoordig en toont op die wijze vollediger de Vader die de God 'rijk aan erbarming' is. Daar Hij echter voor de mensen tegelijk het voorbeeld van de barmhartige liefde jegens de anderen is geworden, verkondigt Christus tevens meer nog met daden dan met woorden de oproep tot barmhartigheid, welke een van de noodzakelijke elementen is van het ethos van het Evangelie''. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de Goddelijke Barmhartigheid, Dives in Misericordia (30 nov 1980), 3
Kerstmis is het teken van de barmhartigheid van God, het verschijnen van zijn bevrijdende liefde onder de mensen. De Kerk wordt niet moe de boodschap ervan te herhalen, omdat ze weet dat de wereld deze barmhartigheid nodig heeft die de mens niet vernedert, maar hem een nieuwe waardigheid geeft door hem te verheffen tot het niveau van God. Deze heeft zich in Christus verootmoedigd om de mens zijn verloren grootheid terug te geven: 'Quia quomodo est Deus in commutabilis, fecit omnia per misericordiam, et dignatus est ipse Filius Dei mutabilem carnem suscipere, manens id quod Verbum Dei est, venire et subvenire homini: daar God onveranderlijk is, heeft Hij alles gemaakt door zijn barmhartigheid, en de Zoon van God zelf heeft zich gewaardigd een veranderlijk vlees aan te nemen en, terwijl Hij blijft wat het Woord van God is, te komen en de mens te redden'. H. Augustinus, Preken, Sermones. Serm. 6, 5; C.C.L., 41, Sermones de Vetere Testamento, ed. C. Lambot, Turnhout, 1961, blz. 61 Dignatus est venire et subvenire homini: dat is Kerstmis voor ons. En dat is wat wij in de wereld pogen te verwezenlijken als leden van de Kerk die zich geboren weet met de geboren Christus om de mens te helpen om gered te worden: subvenire homini. Dit is onze wens, zeergeliefde broeders, onze verplichting, onze inspanning; dit is ons enige verlangen en de beloning waarnaar wij met alle krachten streven, zolang de Heer ons adem en kracht geeft, aan mij en aan allen.
Met mijn hartelijkste apostolische zegen.