Gaetano Kard. Cicognani - 23 maart 1955
Daar in onze tijd de priesters, vooral zij die in de zielzorg staan, met steeds andere en nieuwe apostolische opdrachten belast worden, zodat zij zich nauwelijks met de nodige zielerust op het reciteren van het H. Officie kunnen toeleggen, hebben sommige bisschoppen een dringend verzoek tot de H. Stoel gericht, om goedgunstig deze moeilijkheid uit de weg te ruimen, en tenminste de ingewikkelde structuur der rubrieken te vereenvoudigen.
Uit pastorele bezorgdheid en kommer, heeft de Opperpriester Paus Pius XII deze zaak ter onderzoek voorgelegd aan de bijzondere Commissie van deskundigen, die de bestudering van een algemene liturgische vernieuwing is opgedragen; na alles nauwkeurig onderzocht te hebben, gaven zij de raad de bestaande rubrieken tot meer gemakkelijke normen te herleiden, zö echter dat de vereenvoudiging in werking kan treden met behoud intussen van de liturgische boeken, zoals zij nu bestaan, totdat een andere voorziening getroffen wordt.
Nadat Zijne Eminentie de Kardinaal-Prefect van de H. Ritencongregatie Onze H. Vader van alles tot in bijzonderheden op de hoogte had gebracht, heeft Zijne Heiligheid gewaardigd de volgende regeling der rubrieken goed te keuren en opdracht gegeven ze te publiceren, zo echter dat hetgeen door onderhavig Decreet wordt voorgeschreven 1 Januari 1956 van kracht wordt.
Het is intussen aan de Pauselijke Uitgevers van liturgische boeken verboden in eventuele nieuwe uitgaven van het Romeins Brevier en Missaal iets te veranderen.
Alle bepalingen met dit Decreet in strijd zijn hiermede vervallen verklaard.
Gegeven te Rome, ten paleize van de H. Ritencongregatie, 23 Maart 1955.
C. Kard. CICOGNANI,
Prefect.
A. Carinci, Aartsb. v. Seleucia,
Secretaris.